Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0786/GA, 14 juli 2010, beroep
Uitspraakdatum:14-07-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/786/GA

betreft: [klager] datum: 14 juli 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Noordsingel te Rotterdam,

gericht tegen een uitspraak van 3 mei 2010 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 mei 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam is gehoord [...], hoofd van de afdeling bevolkingsadministratie (b.v.a) van de locatie Noordsingel.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager in het weekend van 4 december 2009 tot en met 6 december 2009 alle beperkingen opgelegd heeft gekregen.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft tegen een piw-er, die wachtcommandant is, verteld dat hij geen beperkingen heeft opgelegd gekregen. Klagers opmerking is serieus genomen. De piw-er heeft voldoende inspanning verricht. Hij heeft de sleutel erbij gezocht en is fysiek naar
de
b.v.a. gegaan. Het voorgeleidingsformulier is erbij gezocht en daarop staat vermeld dat klager wel beperkingen heeft. De piw-er mocht op de inhoud van het voorgeleidingsformulier afgaan. De stukken van het Openbaar Ministerie, waaronder het bevel,
volgen altijd later dan het voorgeleidingsformulier, ook buiten de reguliere kantoortijden. De piw-er kon zelf geen contact opnemen met de Officier van Justitie. De piket-directie is wel telefonisch bereikbaar. Zodra het mogelijk was, maandagochtend,
is
contact opgenomen met het parket.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat als een beperking tenuitvoergelegd wordt, er altijd een bevel moet zijn van de Officier van Justitie. In dit geval ontbrak voornoemd bevel bij het voorgeleidingsformulier. Op basis van slechts het
voorgeleidingsformulier had de directeur klager niet in alle beperkingen mogen houden.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan daarom niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. Th.E.M. Wijte en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 14 juli 2010

secretaris voorzitter

Naar boven