Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0878/GA, 12 juli 2010, beroep
Uitspraakdatum:12-07-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 10/872/GA

betreft: [klager] datum: 12 juli 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 maart 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Noordsingel Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 juni 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam-Overamstel, is gehoord klager.

Klagers raadsman mr. R.J. Baumgardt, die tevens ter zitting aanwezig was, heeft aangegeven in deze zaak klager niet als raadsman bij te staan.

De directeur van de locatie Noordsingel Rotterdam heeft laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag houdt in dat huur voor de tv en de koelkast is afgeschreven ondanks dat klager de huur had opgezegd.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager verbleef in de afzonderingscel in afwachting van overplaatsing en heeft toen de huur voor de tv en koelkast, die hij in de afzonderingscel niet tot zijn beschikking had, opgezegd. Hij heeft een sprekersbriefje ingevuld en de volgende dag kwam
een
vrouwelijk personeelslid bij hem in de afzonderingscel met het huurcontract. Klager heeft het huurcontract van haar teruggekregen als bewijs dat hij de huur had opgezegd. In de afzonderingscel kon hij niet de beschikking hebben over de tv en de
koelkast. Hij betaalde € 3,= per week voor de koelkast en € 2,= per week voor de tv. In plaats van € 92,50 had hij € 87,50 op zijn rekening-courant.
De klacht dateert van eind maart 2009. De beklagrechter heeft pas na veel aandringen op 12 maart 2010 uitspraak gedaan.

De directeur heeft in beroep gepersisteerd bij het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt en verzocht om, indien er enige grond zou zijn voor het toekennen van een tegemoetkoming, dit met de grootste terughoudendheid en bescheidenheid te doen.

3. De beoordeling
Klager heeft aangevoerd dat de beklagrechter pas na lange tijd uitspraak heeft gedaan op zijn beklag.
De beroepscommissie overweegt dat in artikel 67, eerste lid, Pbw wordt vermeld dat de beklagrechter binnen een termijn van vier weken uitspraak doet, welke termijn in bijzondere omstandigheden met ten hoogste vier weken kan worden verlengd.
De beroepscommissie acht het zeer wenselijk dat binnen deze termijn wordt beslist.
De wetgever heeft echter geen gevolgen verbonden aan overschrijding van deze termijn.
Overigens acht de beroepscommissie aannemelijk dat de vertraging in de behandeling van klagers klachten (mede) is ontstaan door het grote aantal klachten dat door hem is ingediend.

Klager heeft ter zitting aangevoerd dat hij een sprekersbriefje heeft ingevuld om zijn huurcontract voor tv en koelkast op te zeggen, omdat hij in de afzonderingscel verbleef in afwachting van overplaatsing en in die tijd niet de beschikking mocht
hebben over de tv en koelkast. Klager heeft gesteld dat de volgende dag een vrouwelijk personeelslid hem heeft bezocht en aan hem het huurcontract heeft teruggegeven als bewijs dat klager de huur had opgezegd.
Klagers weergave van de gang van zaken komt de beroepscommissie niet onaannemelijk voor en is in beroep door de directeur niet weersproken. Dit maakt dat de beroeps-commissie het beroep gegrond zal verklaren, de uitspraak van de beklagrechter in
zoverre
vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Zij kent klager ter zake een tegemoetkoming van € 5,= toe.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. A.T. Bol en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 juli 2010

secretaris voorzitter

Naar boven