Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1100/GB, 22 juli 2010, beroep
Uitspraakdatum:22-07-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/1100/GB

Betreft: [klager] datum: 22 juli 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 april 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het PPC (Penitentiair Psychiatrisch Centrum) locatie Maastricht ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 29 januari 2008 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis/ISD Sittard. Op 2 maart 2010 is hij overgeplaatst naar het PPC locatie Maastricht.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager bestrijdt dat zijn functioneren meer begeleiding en medische zorg zou eisen dan hem in de penitentiaire inrichting (p.i.) te Sittard geboden werd. Klager heeft reeds lange tijd gezondheidsklachten en dat is nooit aanleiding geweest om hem over
te
plaatsen. In de p.i. Sittard was de medische zorg beter dan in het PPC. In Sittard kreeg klager regelmatig de medisch noodzakelijke fysiotherapie, maar in het PPC heeft hij sinds medio mei 2010 helemaal geen fysiotherapie meer. Klager heeft psychisch
en
gedragsmatig geen problemen. De psychiater van het PPC ziet geen enkele indicatie voor het verlenen van zorg aan klager op psychisch vlak. Uit het verslag van het psychiatrisch en psychologisch onderzoek van respectievelijk 3 en 4 maart 2010 blijkt dat
bij klager geen sprake is van psychiatrische problematiek.
Klager fungeerde rond 5 maart 2010 op uitdrukkelijk verzoek van een groot aantal medegedetineerden als woordvoerder in het contact met de directeur van de p.i. te Sittard over het gewijzigde dagprogramma. Klager is er van overtuigd dat de directeur hem
in zijn mondigheid lastig heeft gevonden en hem louter om die reden heeft overgeplaatst naar het PPC. Klager krijgt in het PPC helemaal geen andere begeleiding en medische zorg dan die hij eerder vanuit de p.i. te Sittard ontving. De
selectiefunctionaris stelt dat stress een negatieve invloed kan hebben op klagers lichamelijke conditie. Juist in het PPC waar klager verkeert te midden van gedetineerden met psychische problemen, loopt de stress bij klager zienderogen op. In het PPC
is
verder geen sprake van een normaal aanbod van activiteiten. Klager verblijft daardoor bijna permanent op cel en heeft daardoor meer stress dan ooit tevoren in een p.i.
Uit de inrichtingsrapportage blijkt dat klager nog nooit problemen heeft veroorzaakt en is zijn functioneren in Sittard altijd goed geweest.
Klager kan evengoed vanuit Maastricht als vanuit Sittard behandeld worden door het AZM.

De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
In de p.i. Sittard zijn protestacties gevoerd tegen het nieuwe dagprogramma en klager heeft zich als woordvoerder gevoegd in het gesprek tussen de directie en de Gedeco. Klager was niet voor rede vatbaar, maar uiteindelijk is de protestactie beëindigd.
Klager zette zijn actie echter voort en stimuleerde medegedetineerden om in opstand te komen. Vanuit zijn persoonlijkheid valt te verwachten dat hij daar een principe kwestie van zal maken. Hij kan dan zelfs zijn eigen gezondheid ondergeschikt maken
aan
zijn principiële standpunt. Om die reden is extra zorg en begeleiding geïndiceerd voor zijn lichamelijke gesteldheid. Stress kan een negatieve invloed hebben op zijn lichamelijke conditie en plaatsing in een PPC is gewenst. Het PPC Maastricht biedt
klager de mogelijkheid om voor zijn lichamelijke problematiek onder behandeling te blijven van het AZM Maastricht. In de beslissing op het bezwaar van 9 april 2010 vat de selectiefunctionaris de gronden voor de overplaatsing als volgt samen: Vanwege
beheersmatige, geestelijke en lichamelijke factoren is besloten klager over te plaatsen.

4. De beoordeling
4.1. Het PPC locatie Maastricht is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Artikel 20c van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) bepaalt dat in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum gedetineerden kunnen worden geplaatst ten aanzien van wie: a. in verband met een
psychiatrische stoornis, een persoonlijkheidsstoornis, psychosociale problematiek, verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking, forensische zorg is geïndiceerd; b. in verband met de vraag of forensische zorg is geïndiceerd, nadere
observatie
is vereist. De memorie van toelichting geeft aan dat de PPC’s worden aangewezen als huis van bewaring en als gevangenis (op grond van artikel 9 van de Pbw) bestemd voor de onderbrenging van gedetineerden die een bijzondere opvang behoeven (op grond van
artikel 14 van de Pbw).

4.3. De beslissing tot plaatsing of overplaatsing naar het PPC wordt conform artikel 15 van de Pbw door de selectiefunctionaris genomen. In de memorie van toelichting bij artikel 20c van de Regeling wordt daarover het volgende aangegeven: “Daaraan
voorafgaand brengt de directeur van de inrichting waar de gedetineerde op dat moment verblijft aan de selectiefunctionaris advies uit over de behoefte aan forensische zorg, op basis van screening en indicatiestelling door het psycho-medisch overleg van
de inrichting of het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie.”

4.4. Vanwege beheersmatige, geestelijke en lichamelijke factoren is besloten klager over te plaatsen. Die grond sluit naar het oordeel van de beroepscommissie slechts gedeeltelijk aan bij artikel 20c onder a van de Regeling. In de kern moet immers
forensische zorg zijn geïndiceerd in verband met een psychiatrische stoornis, een persoonlijkheidsstoornis, psychosociale problematiek, verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking Uit het verslag van het psychiatrisch en psychologisch
onderzoek van respectievelijk 3 en 4 maart 2010 blijkt dat bij klager geen sprake is van problematiek volgens de criteria van de DSM-IV classificatie en is vervolgonderzoek niet geïndiceerd. Daar komt nog bij dat de selectiefunctionaris niet is
ingegaan
op het door klager bestreden standpunt dat zijn functioneren meer begeleiding en medische zorg zou eisen dan hem in de p.i. te Sittard geboden kan worden.
De beroepscommissie is van oordeel dat de selectiefunctionaris de bestreden beslissing onvoldoende heeft gemotiveerd.
Gelet hierop kan de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris wegens een motiveringsgebrek niet in stand blijven. De beroepscommissie zal de bestreden beslissing vernietigen. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te
nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter , voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 22 juli 2010

secretaris voorzitter

Naar boven