Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1559/GV, 20 juli 2010, beroep
Uitspraakdatum:20-07-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1559/GV

betreft: [klager] datum: 20 juli 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 juni 2010 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft recht op resocialisatie. De einddatum van klagers detentie is op 28 juli 2010 en hij is nog nooit op verlof geweest. Klager verblijft nu al 19 maanden in detentie. Het wordt dus tijd.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Het verzoek om algemeen verlof is afgewezen op de grond dat er onvoldoende vertrouwen is in een goed verloop van het verlof. Dit is in het verleden meerdere malen gebleken en blijkt
uit
de rapportage van de inrichting. Het eerste verzoek om algemeen verlof is afgewezen op grond van een negatief politieadvies, het feit dat klager een actieve veelpleger is en regelmatig gecorrigeerd moet worden binnen de inrichting. Op 9 september 2009
is aan klager verlof toegekend van 9 tot 11 september 2009 in verband met het bijwonen van de afscheidsdienst van klagers oma. De politie had geen bezwaar tegen dit verlof, maar verwees in haar advies naar een eerder advies van de wijkagent. De
verlofaanvraag voor 20 tot 22 november 2009 is afgewezen vanwege de gebleken onbetrouwbaarheid van klager met betrekking tot het nakomen van afspraken. Tijdens het eerste verlof is klager, ondanks de daarover gemaakte afspraken, toch in Maarssen
gesignaleerd. Op 3 december 2009 is klager in het kader van TR geplaatst in Groot Batelaar te Lunteren. Op de dag van plaatsing heeft hij zich onttrokken aan het toezicht. Op 26 december 2009 is klager opnieuw aangehouden. Klager heeft vervolgens
opnieuw een verzoek om algemeen verlof ingediend voor 2 tot 4 april 2010. Deze aanvraag is afgewezen vanwege zijn ontvluchting binnen de huidige detentie en het negatieve politieadvies. In dit advies verwijst de politie naar de vele antecedenten van
klager (20) en het feit dat klagers verlofadres is gelegen in een wijk waar sinds september 2009 een enorme stijging aan woninginbraken waarneembaar is. Het is niet aanvaardbaar om klager, die recentelijk is veroordeeld voor diverse woninginbraken,
verlof te verlenen. Dit zou kunnen leiden tot maatschappelijke onrust en risico op recidive. Klager heeft in 2009 nog verklaard dat hij makkelijk beïnvloedbaar is. Klager heeft zijn ex-vriendin en haar nieuwe partner gestalkt en bedreigd. Aangezien de
afstand tussen haar woning en het opgegeven verlofadres slechts 11 kilometer bedraagt, brengt dit een onaanvaardbaar risico met zich mee.
Klager maakt gebruik van zijn laatste verlofmogelijkheid en wil met algemeen verlof van 7 tot 9 juni 2010. Klager heeft een nieuw verlofadres in Nieuwegein opgegeven. De politie heeft dit keer geen bezwaar. Omdat klager bekend staat als veelpleger is
ook het veelplegersoverleg in Utrecht om advies gevraagd. Zij hebben telefonisch negatief geadviseerd op basis van de eerdergenoemde politiemeldingen.
In de inrichting wordt klager omschreven als een jonge onbezonnen persoonlijkheid, die het zichzelf onmogelijk maakt door impulsief handelen. Klager behoeft veel sturing, gaat sterk zijn eigen gang en zoekt hiermee vaak de grenzen van het toelaatbare
op. Zijn ondoordacht handelen heeft meermalen geleid tot het ontvangen van disciplinaire straffen en nog lijkt klager zich weinig aan te trekken van de regelgeving. Klager heeft tijdens het bezoek zijn vriendin in de bezoekzaal geslagen en daarbij ook
fysiek geweld gebruikt jegens het personeel.
Klager is erop gericht zo snel mogelijk naar huis te kunnen en in aanmerking voor verlof te komen. Van interne motivatie tot gedragsverandering lijkt dan ook nauwelijks sprake. In het verleden is gebleken dat klager zich aan hulpverlening onttrekt,
zodra hij hier enig ruimte voor krijgt, zoals onlangs bij Groot Batelaar het geval was. Groot Batelaar meent dat klager geplaatst dient te worden in een gesloten setting, ten behoeve van intensieve behandeling en begeleiding. Op termijn kan dan gekeken
worden naar mogelijkheden van resocialisatie in een andere woon- en verblijfsomgeving. Groot Batelaar acht hierbij van belang dat klager langdurig wordt begeleid en er dagelijks toezicht is om te voorkomen dat hij opnieuw in een problematische situatie
verzeild raakt.
Het verzoek om algemeen verlof is afgewezen omdat klager zeer problematisch gedrag vertoont in de inrichting en daarop weinig te corrigeren is. Klager wordt als zwakbegaafd neergezet. Klager houdt zich bij herhaling niet aan gemaakte afspraken.
Probleembesef ontbreekt.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van het huis van bewaring Arnhem heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek, wegens diefstal. Aansluitend dient hij 44 dagen jeugddetentie te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 8 september 2010. Aansluitend dient hij eventueel
een subsidiaire hechtenis van 4 dagen en 14 dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers derde verlofaanvraag. Hij kan in totaal drie verlofaanvragen indienen.

Uit de stukken komt naar voren dat klager van 3 tot 26 december 2009 ontvlucht is geweest. Verder is klagers gedrag in de inrichting problematisch te noemen. Hij is lastig te corrigeren en houdt zich niet aan de gemaakte afspraken. De beroepscommissie
is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen, ook al is dit de laatste mogelijkheid om met verlof te gaan. Derhalve kan de beslissing
van de Minister, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder a en d van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het
beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 20 juli 2010

secretaris voorzitter

Naar boven