Nummer: 10/1049/GB
Betreft: [klager] datum: 6 juli 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.J.M. van den Brûle, namens
[...] verder te noemen klager,
gericht tegen een op 7 april 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de locatie Norgerhaven te Veenhuizen of de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 13 november 2008 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Zwolle Zuid 1. Sedert 9 april 2010 verblijft hij in de gevangenis Leeuwarden.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager kan niet akkoord gaan met de afwijzing van zijn selectieverzoek. Hij wilde graag worden overgeplaatst in verband met het bezoek. Het verzoek werd echter afgewezen op grond van zijn gedragingen in de inrichting. Aan de onderhavige negatieve
beslissing ligt volgens de selectiefunctionaris ten grondslag dat bij de p.i. het vermoeden was gerezen dat klager een ontsnappingspoging zou voorbereiden. Toen de raadsman klager hiervan op de hoogte stelde, was klager zeer verbaasd. Over de
vermoedens
is in het geheel niet met klager gesproken, noch is er rapport opgemaakt. Evenmin werd in verband met deze beschuldiging een disciplinaire straf of maatregel opgelegd.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft vanuit de locatie Torentijd te Middelburg de status verhoogd risico gekregen wegens onbetrouwbaar gedrag. De directie van de p.i. Zwolle heeft besloten het verhoogde risico te handhaven. Klager heeft vele meldingen en rapporten gekregen.
Hij manipuleert personeel en leent spullen van medegedetineerden en geeft die niet terug. Tevens heeft hij last van wisselende stemmingen. Deze zijn afhankelijk van zijn omgeving en of alles voorspoedig voor hem verloopt. Is dit niet het geval kan hij
agressief, explosief en dreigend reageren. De inrichtingen van klagers voorkeur beschikken niet over kleine afdelingen en het beveiligingsniveau moet hoog zijn. Daarom is gekozen voor de gevangenis Leeuwarden. Met name de locatie Norgerhaven te
Veenhuizen is te massaal.
Klager is een gedetineerde die nogal wat aandacht nodig heeft van het personeel, voornamelijk wegens zijn onbetrouwbare gedrag. Daarom is het nu nog niet raadzaam hem te plaatsen in een inrichting waar de afdelingen erg groot zijn.
4. De beoordeling
In het selectieadvies van de locatie Zwolle d.d. 25 maart 2010 komt het volgende beeld van klager naar voren. Er zijn diverse mededelingen over klager geschreven die er allemaal op neerkomen dat hij niet kan omgaan met teleurstellingen. Hierop reageert
hij agressief, explosief en dreigend. Verder heeft hij in de locatie Zwolle in de periode van 20 november 2009 tot en met 9 maart 2010 straffen en ordemaatregelen opgelegd gekregen die onder meer samenhangen met de weigering van een urinecontrole en
met
positieve scores na urinecontroles. De inrichting geeft aan het verzoek om overplaatsing van klager te ondersteunen maar het wenselijk te vinden hem, gezien zijn onbetrouwbare en explosieve gedrag, over te plaatsen naar een inrichting die
overzichtelijk
is.
De selectiefunctionaris heeft op grond daarvan terecht kunnen oordelen dat plaatsing in een inrichting waar de afdelingen groot en daardoor onoverzichtelijker zijn momenteel niet raadzaam zou zijn. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde
beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter,
voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 6 juli 2010
secretaris voorzitter