Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1009/GB, 2 juli 2010, beroep
Uitspraakdatum:02-07-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/1009/GB

Betreft: [klager] datum: 2 juli 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 april 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis tevens inrichting voor stelselmatige daders te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 9 februari 2010 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught. Op 15 april 2010 is hij geplaatst in de gevangenis tevens inrichting voor stelselmatige daders te Vught, waar een regime
van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. In antwoord op klagers bezwaar stelt de selectiefunctionaris dat klager niet voor een open inrichting geselecteerd kan worden omdat hij niet in het bezit zou zijn van een geldig legitimatiebewijs.
Dat klopt niet. Op 30 maart 2010 is een medewerker van de gemeente Vught in de penitentiaire inrichting geweest om klager zijn handtekening te laten zetten en pasfoto’s op te halen voor de aanvraag van een nieuwe identiteitskaart. De gemeente Vught
komt
deze op 27 april 2010 overhandigen.
Verder wordt gesteld dat klager niet in aanmerking komt voor een open inrichting omdat hij een openstaande zaak zou hebben, maar die is op 24 februari 2010 geschorst. Klager voegt een kopie daartoe bij. Klager zou dus gewoon recht hebben op plaatsing
in
een open inrichting en verlof. Klagers einddatum is wel degelijk bekend, namelijk 20 augustus 2010. Bovengenoemde punten zijn dus geen gronden om overplaatsing naar een open inrichting af te wijzen. Verder is het maatschappelijk belang zeer hoog.
Hiervoor verwijst klager naar de brief van 19 maart 2010.
Klager is in de inrichting van verblijf herkend en bedreigd met de dood. Dit is intern bekend. Dit betreft een zeer serieuze bedreiging. Klager kent deze persoon van vroeger en er loopt een aangifte van klager jegens deze persoon.

Namens klager is door klagers raadsman mr. P. Th. van Alkemade hieraan het volgende toegevoegd.
De beslissing van de selectiefunctionaris is in strijd met artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden. In dat artikel zijn limitatief de eisen opgenoemd om voor overplaatsing in aanmerking te komen en klager
voldoet
aan die voorwaarden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Uit telefonische informatie met de p.i. Vught blijkt dat klager inmiddels beschikt over een geldig identiteitsbewijs. Wel dient klager op 28 mei 2010 voor te komen in verband met een openstaande zaak. Uit niets blijkt dat klager in de p.i. Vught is
bedreigd door een andere gedetineerde. Alles overziende blijft de selectiefunctionaris van oordeel dat de beslissing niet als onredelijk of onbillijk valt aan te merken. De selectiefunctionaris is uitgegaan van het selectievoorstel en op basis daarvan
kon hij klager niet selecteren voor een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). Mocht de komende tijd blijken dat de openstaande strafzaak tegen klager zal worden geseponeerd, dan zal de selectiefunctionaris opnieuw beoordelen of plaatsing in een
b.b.i.-regime mogelijk is.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis, tevens inrichting voor stelselmatige daders, te Vught is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De selectiefunctionaris heeft indertijd in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op de informatie in het selectieadvies, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau. Nu
echter inmiddels voldaan lijkt te zijn aan de voorwaarden, zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren en de selectiefunctionaris opdragen een nieuwe beslissing te nemen. Nu de rechtsgevolgen nog ongedaan zijn te maken zal de beroepscommissie
klager geen tegemoetkoming toekennen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draag de selectiefunctionaris op binnen twee weken na ontvangst van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 2 juli 2010

secretaris voorzitter

Naar boven