nummer: 10/442/GA
betreft: [klager] datum: 16 juni 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 8 januari 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede klagers gemachtigde [...] om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 10,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de oplegging van een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel voor de
duur
van vijf dagen wegens mogelijke betrokkenheid bij een incident met een medegedetineerde, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat klager maar € 10,= heeft ontvangen voor vijf dagen onterecht op cel moeten verblijven. Klager heeft schriftelijk bewijs dat daar € 12,50 per dag voor staat. Hij stuurt
een uitspraak van de beklagcommissie van de penitentiaire inrichting Middelburg mee. Daarin werd geoordeeld dat de desbetreffende klager € 32,50 tegemoetkoming kreeg wegens de oplegging van een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in eigen cel
zonder televisie en uitschakelen van de stroom gedurende een kwart dag.
De directeur heeft zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.
3. De beoordeling
De beklagrechter heeft overwogen dat de directeur in redelijkheid de ordemaatregel heeft kunnen opleggen, maar deze niet zonder nader onderzoek naar klagers betrokkenheid bij het incident had kunnen laten voortduren.
De beroepscommissie concludeert daaruit dat klager, zonder nader onderzoek, na één dag niet langer in afzondering had moeten verblijven. De beroepscommissie kan zich dan ook niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal gegrond worden
verklaard en de beroepscommissie zal een hogere, nader te noemen, tegemoetkoming vaststellen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 40,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 16 juni 2010
secretaris voorzitter