Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0149/TA, 8 juni 2010, beroep
Uitspraakdatum:08-06-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Telefoon  v

Uitspraak

nummer: 10/149/TA

betreft: [klager] datum: 8 juni 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 januari 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij FPK Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 mei 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel te Amsterdam, zijn gehoord klagers raadsman mr. D.W.H.M. Wolters, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch
medewerker.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a) de beperking van het recht op eigen beheer van geld
b) de schending van klagers privacy door het melden aan H&M dat klager tbs heeft.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft vanwege niet ontvangen van bestelde kleding op twee verschillende momenten met twee medewerkers van H&M gesproken en heeft van hen vernomen dat de inrichting contact met H&M heeft opgenomen. De inrichting heeft daarbij gemeld dat klager in
een tbs-inrichting verblijft en geen toestemming nodig had voor het doen van bestellingen bij H&M.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In verband met klachten van patiënten heeft de Sociaal Juridische Dienst van de inrichting contact opgenomen met H&M en de vraag voorgelegd waarom H&M om toestemming van de inrichting voor aankopen vraagt. H&M heeft een notitie gemaakt over de
omstandigheid dat patiënten zonder toestemming van de inrichting telefonisch kleding mogen bestellen bij H&M. Het kan zijn dat juist H&M het eerste contact hierover met de inrichting heeft opgenomen. Onduidelijk is wie het eerste contact heeft gelegd.
In ieder geval is tot twee à drie keer door de inrichting in telefonisch contact aan H&M gemeld dat geen toestemming van de inrichting nodig is.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is niet
aannemelijk geworden dat klager in enig recht is beperkt. In ieder geval staat vast dat klager de eerste is geweest die contact met H&M heeft gezocht voor het plaatsen van zijn bestelling en daarbij contactgegevens moet hebben opgegeven. Ook in het
geval dat H&M door mededeling van de inrichting ervan op de hoogte is geraakt dat klager in een tbs-instelling verblijft, kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet worden gesproken van een niet gerechtvaardigde inbreuk op zijn recht op privacy.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, prof dr. F.A.M.M. Koenraadt en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 8 juni 2010

secretaris voorzitter

Naar boven