Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0338/TA, 8 juni 2010, beroep
Uitspraakdatum:08-06-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/338/TA

betreft: [klager] datum: 8 juni 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van FPK Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 29 januari 2010 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 mei 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel te Amsterdam, is namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker, gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de verlenging van de opgelegde telefoon- en bezoekbeperkingen op 17 september 2009 en 15 oktober 2009.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en een tegemoetkoming van
€ 80,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Twee keer is op relatief grote schaal drugs op klagers afdeling gevonden. Er gebeurde veel waar de inrichting weinig zicht op had. De patiënten hielden hun mond. Er is onderzoek gedaan door de inrichting en de politie. Op een gegeven moment zijn drie
patiënten, onder wie klager, aan de hand van gesprekken met patiënten als verdachte aangemerkt. Het was in het belang van de orde en veiligheid in de inrichting om de drie verdachten buiten de afdeling te plaatsen. Maar ook om het bezoek en het
telefoonverkeer van klager in de gaten te houden. De andere twee verdachten zijn geen telefoon- en/of bezoekbeperkingen opgelegd, omdat er ten aanzien van hun bezoek geen vermoedens van betrokkenheid bij drugsinvoer bestonden. Klager was en is
hoofdverdachte. Uit gesprekken met patiënten kwam naar voren dat bezoek van klager een rol zou spelen bij de aanwezigheid van drugs in de inrichting. Klager heeft ook zelf gezegd dat er mannetjes buiten de inrichting zijn die zaakjes voor hem
opknappen.
Tot het laatste moment heeft de inrichting gedacht dat de drugshandel in de inrichting van buitenaf is opgezet. De inrichting was dan ook beducht voor een eventuele afrekening met klager door de criminele vrienden van buiten de inrichting, omdat de
drugshandel ontdekt is. Zij zouden bij klager op bezoek kunnen komen en hem kunnen bedreigen dan wel weer drugs voor patiënten kunnen invoeren.
De aan klager opgelegde telefoon- en bezoekbeperkingen zijn telkenmale verlengd totdat er meer duidelijkheid in de zaak kwam. Het OM heeft aangegeven dat klager strafrechtelijk zal worden vervolgd. Klager is inmiddels overgeplaatst naar FPC De Rooyse
Wissel.
Wellicht uit een beetje gemakzucht is in de schriftelijke mededeling van de opgelegde telefoon- en bezoekbeperkingen en de verlenging daarvan volstaan met het opnemen van het woord onderzoek en daar alles onder te laten vallen. Het ondoorzichtige
netwerk is wel genoemd.
Ter zitting van de beklagcommissie is meer aan de orde geweest dan in de uitspraak van de beklagcommissie naar voren komt. In ieder geval is daar ook het belang van de bezoekbeperkingen aan de orde geweest. In het beroepschrift is onder tijdsdruk
gekozen voor het noemen van het hoofdargument voor de opgelegde beperkingen en dit ter zitting van de beroepscommissie nader toe te lichten.

Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt schriftelijk toegelicht.
Hij heeft zijn standpunten al eerder goed kunnen onderbouwen en verwoorden. Hij is het eens met de uitspraak van de beklagcommissie.
Op 24 augustus 2010 mag hij verschijnen voor de meervoudige kamer van de rechtbank te Zutphen en zal hij zich eindelijk echt kunnen verdedigen tegen alles waarvan de inrichting heeft gemeend hem te moeten beschuldigen.

3. De beoordeling
Gelet op de verklaringen namens het hoofd van de inrichting ter zitting van de beroepscommissie is het voorstelbaar dat de inrichting in het belang van de orde en veiligheid in de inrichting dan wel voorkoming of opsporing van strafbare feiten klager
telefoon- en bezoekbeperkingen heeft willen opleggen en deze beperkingen heeft willen verlengen. Noch in de schriftelijke mededeling van de genomen beslissingen, noch in het verweerschrift bij de beklagcommissie heeft de inrichting deze motivering
echter gegeven. Volgens de uitspraak van de beklagcommissie zijn de onderhavige verlengingsbeslissingen ter zitting van de beklagcommissie gemotiveerd met de mededeling dat onder onderzoek van de politie ook de beslissing van het OM tot het al dan niet
instellen van vervolging moet worden verstaan. Ook in het beroepschrift is deze motivering opgenomen. Niet eerder zijn de verlengingsbeslissingen derhalve gemotiveerd zoals ter zitting van de beroepscommissie is gedaan. Onder deze omstandigheden moet
de
uitspraak van de beklagcommissie in stand blijven.
Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, prof. dr. F.A.M.M. Koenraadt en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 8 juni 2010

secretaris voorzitter

Naar boven