Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0363/GA, 18 juli 2017, beroep
Uitspraakdatum:18-07-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:            17/363/GA

 

betreft:               [klager]                datum: 18 juli 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

 

[…], verder te noemen klager,

 

gericht tegen een uitspraak van 13 januari 2017 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden

 

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

 

Ter zitting van de beroepscommissie van 1 juni 2017, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klager en […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Leeuwarden.

 

Het lid van de beroepscommissie, mr. R. van de Water, die ter zitting aanwezig was en mede tot het gezamenlijke oordeel is gekomen, is vanwege het einde van zijn lidmaatschap van de Afdeling rechtspraak van de Raad per 17 juni 2017 vervangen door mr. M.A.G. Rutten, eveneens lid van de Afdeling rechtspraak.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

               

1.            De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Klager heeft foto’s laten maken waar een te hoog bedrag voor is gerekend. De directeur heeft toegezegd dat het door klager betaalde bedrag zou worden teruggestort. Het beklag betreft de hoogte van het teruggestorte bedrag (LW-2016-217).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.            De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De beklagcommissie gaat in zijn beoordeling uit van onjuistheden. Klager heeft voor zijn overplaatsing naar de p.i. Lelystad alle voor de restitutie benodigde informatie overhandigd. De directeur heeft niet gereageerd op klagers verzoek, waarna klager een klacht heeft ingediend bij de beklagcommissie.

Tijdens de behandeling van de klacht heeft klager kopieën van alle 135 door het personeel gemaakte foto’s getoond. De directeur heeft pas concrete actie ondernomen nadat klager beklag had ingediend. Eerst in september 2016 zijn 15 (ex-)gedetineerden getraceerd die samen een bedrag van in totaal € 54,= hebben terugontvangen. Op 19 september 2016 is op klagers rekening-courant slechts € 4,50 gestort onder een andere vermelding dan op het door klager aangeleverde kopie. De directeur heeft op geen enkele manier contact met klager gezocht. Klager begrijpt niet hoe men hem kan verwijten geen bewijsstukken te hebben overgelegd. De directeur kan een verwijt worden gemaakt geheel voor een lange periode ten onrechte winst te hebben gemaakt op de foto’s. Zij proberen nu op alle mogelijke manieren onder de restitutie uit te komen. De winst is nergens terug te vinden. Klager wil schadeloos gesteld worden. 

In de toezegging van de directie staat niet dat alleen de laatste sessie vergoed zou worden. Het maken van de foto’s is een door de inrichting aangeboden service. De winst zou in de O&O-kas gestort worden en dus ten goede komen aan de gedetineerden. Dit is niet gebeurd. Het is enkel ten goede gekomen aan het personeel. De gemaakte foto’s zijn meerdere keren afgedrukt, zodoende zijn het in totaal 135 foto’s. De betaling van € 4,50 in de stukken had betrekking op de laatste sessie. Klager beschikt niet meer over de rekening-courant overzichten van daarvoor, die liggen bij hem thuis. 

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het was ondoenlijk om voor iedereen exact uit te zoeken hoeveel men betaald heeft. Daarom is besloten ter compensatie van de winst de betaalde vergoeding voor de laatste sessie foto’s te vergoeden.

 

3.            De beoordeling

In de brief van de directeur van 25 maart 2016 aan de gedetineerden staat dat gedetineerden die een bedrag hebben betaald voor hun foto’s, het door hen betaalde geld teruggestort zullen krijgen. Ter zitting van de beroepscommissie is duidelijk geworden dat dit niet ziet op alle door de gedetineerden betaalde vergoedingen, doch slechts op de laatste sessie gemaakte foto’s. De terugbetaling wordt volgens de directeur gezien als een compensatie van de winsten die op de foto’s zijn gemaakt en niet in de O&O-kas zijn gestort.

De beroepscommissie stelt als onbestreden vast dat aan de gedetineerden, onder wie klager, hogere kosten zijn doorberekend voor de foto’s dan de werkelijke kosten. De bewijslast voor de stelling dat klager meer heeft betaald dan de € 4,50 die hij vergoed heeft gekregen  berust bij klager. Nu klager ook in beroep niet heeft aangetoond meer te hebben betaald dan het terug gestorte bedrag, dient zijn beroep ongegrond te worden verklaard.

 

4.            De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van

mr. R. Kokee, secretaris, op 18 juli 2017

 

 

 

                secretaris            voorzitter

Naar boven