nummer: 17/216/GA
betreft: [klager] datum: 17 juli 2017
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[…], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 16 januari 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, waarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. R.I. Kool om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het niet mogen inspreken van een voicemail en het niet mogen spreken met de secretaresse van klagers advocaat (VU 2016/002081), op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager is belemmerd in het contact met zijn advocaat, omdat hij geen voicemailbericht mag achterlaten op diens 06-nummer en hij het personeel van het advocatenkantoor niet mag spreken. Voorts heeft klagers advocaat nooit een terugbelverzoek gehad en kan klager op 15 oktober 2016 geen telefonisch contact met haar hebben gehad, omdat hij toen in het Pieter Baan Centrum verbleef. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend.
De directeur heeft zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.
3. De beoordeling
De beroepscommissie is ambtshalve bekend met klagers beroep met kenmerk 16/4223/GA. Het beklag in voornoemd beroep betreft eveneens de belemmeringen in het telefonisch contact met de advocaat als het beklag in het onderhavige geval. Nu klagers beroep en beklag inzake 16/4223/GA gegrond zijn verklaard, met toekenning van een tegemoetkoming, acht de beroepscommissie in onderhavig geval geen termen aanwezig om aan klager over dezelfde periode nogmaals een tegemoetkoming toe te kennen. Zij kan zich derhalve verenigen met het oordeel van de beklagcommissie geen tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van S.C. Vogel, secretaris, op 17 juli 2017.
secretaris voorzitter