Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0043/GA, 17 juli 2017, beroep
Uitspraakdatum:17-07-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:            17/43/GA

               

betreft:               [klager]                datum: 17 juli 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 december 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. R.I. Kool om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.            De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft de door de p.i. Vught geopende post die bestemd was voor de commissie van toezicht (VU 2016/001227)

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.            De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

De directeur heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt – kort en zakelijk weergegeven – toegelicht. De klacht ziet op een omstandigheid die zich heeft voorgedaan na de datum waarop de klacht is ingediend, te weten op 31 mei 2016 terwijl de klacht op 25 mei 2016 is ingediend.

 

3.            De beoordeling

De beroepscommissie oordeelt dat klager duidelijk heeft gemaakt dat de post voor de commissie van toezicht voor verzending is aangeboden op 31 maart 2016. De beroepscommissie acht het beklag onvoldoende geconcretiseerd nu niet duidelijk is geworden wanneer klager de post retour heeft ontvangen. Gelet hierop kan het beroep niet leiden tot een andere beslissing dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond verklaard worden.

 

4.            De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van S.C. Vogel, secretaris, op 17 juli 2017.

secretaris            voorzitter

Naar boven