Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0626/GA, 25 mei 2010, beroep
Uitspraakdatum:25-05-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/626/GA

betreft: [klager] datum: 25 mei 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Hoogvliet,

gericht tegen een uitspraak van 22 februari 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Hoogvliet, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 april 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager en de unit-directeur van de locatie Hoogvliet, [...].

De heer [...] heeft op 25 mei 2010 telefonisch aan het secretariaat meegedeeld dat klager geen lijst van bij de winkel bestelde goederen aan hem heeft overgelegd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de vermissing van twee pakjes sigaretten en een telefoonkaart van € 10,= uit klagers cel.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Verzocht is om het beklag niet-ontvankelijk te verklaren, omdat de datum van het voorval niet duidelijk was en het niet duidelijk was of het beklag nu ging over het niet aanzeggen van een rapport, een bewaardersarrest, celdeuren die open zouden hebben
gestaan of de verdwijning van spullen uit klagers cel.
Volgens de uitspraak van de beklagrechter zou de directeur niet inhoudelijk zijn ingegaan op het beklag. Dit is niet juist. Ter zitting is aangevoerd dat een bewaarder altijd toezicht op de cellen houdt en dat niet is vastgesteld dat de celdeur de hele
tijd heeft opengestaan. Als een groep gedetineerden terugkomt op de afdeling worden de celdeuren opengemaakt. Dat een celdeur openstaat, zegt niets over hoe lang de celdeur al openstaat.
Aan de directeur is meegedeeld dat klagers celdeur is opengemaakt en dat er toezicht op zijn cel is gehouden. Een p.i.w.-er houdt toezicht op zes cellen.
Op de afdeling verblijven 68 gedetineerden. Als een groep naar de bibliotheek gaat, gaat een andere groep bijvoorbeeld naar het bezoek en een andere groep naar de recreatie.
Klager zou gevraagd kunnen worden om een lijst te overleggen, waaruit blijkt dat hij de pakjes sigaretten en de telefoonkaart recent bij de winkel had aangeschaft.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Hij zal de door de directeur gevraagde lijst nasturen.
Het vond plaats op een dinsdagochtend. Klager zou met een groep naar de bibliotheek gaan. Hij heeft aan een bewaarder gevraagd om zijn deur op slot te doen. Toen hij terugkwam van de bibliotheek stond zijn celdeur open. Twee pakjes sigaretten en een
telefoonkaart van € 10,= waren uit zijn cel verdwenen.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht het onderwerp van klagers voldoende duidelijk en zal klager ontvangen in het beklag.

Door de directeur is aangevoerd dat weliswaar klagers celdeur openstond toen klager terugkwam van een bezoek aan de bibliotheek, maar dat het gebruikelijk is dat de celdeuren tevoren worden opgemaakt wanneer gemeld wordt dat een groep gedetineerden
terugkeert op de afdeling. Aan de directeur is meegedeeld dat er toezicht op klagers cel is gehouden.

Gelet op het bovenstaande is onvoldoende vast komen staan, zelfs al wordt door klager een lijst overgelegd waaruit volgt dat hij recent een telefoonkaart en twee pakjes sigaretten had aangeschaft, dat de directeur in zijn zorgplicht jegens klager
tekort
zou zijn geschoten en dat hierdoor de diefstal heeft kunnen plaatsvinden. Derhalve zal de beroepscommissie het beroep van de directeur gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. U. van de Pol, voorzitter, L. Diepenhorst MPA en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 25 mei 2010.

secretaris voorzitter

Naar boven