Nummer: 10/868/GB
Betreft: [klager] datum: 25 mei 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 23 maart 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar paviljoen a of c van de locatie Westlinge te Heerhugowaard afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 1 maart 2009 gedetineerd. Hij verblijft in de locatie Norgerhaven te Veenhuizen.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft tijdens zijn detentie in Norgerhaven zijn best gedaan zich goed te gedragen en het gaat steeds beter.
De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Voor gedetineerden die geplaatst willen worden in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) zonder regimair verlof geldt dat zij moeten hebben laten zien om te kunnen gaan met de regelgeving en regime. Uit de onderliggende rapportage blijkt dat
meerdere malen een ordemaatregel is opgelegd in verband met klagers gedrag. Daarnaast zijn er regelmatig conflicten en spanningen met medegedetineerden. Klager wil graag geplaatst worden op een kamer met meerdere personen. "De inrichting adviseert
negatief, onder meer omdat klager nogal eens onaangekondigd de cel van een medegedetineerde binnenstapt, hetgeen als een privacyschending wordt ervaren.
Kan dit gedrag in een inrichting als Norgerhaven door het personeel nog enigszins in de hand worden gehouden, in een zgn. BBI is dat niet goed meer mogelijk."
3.2. De selectiefunctionaris is van oordeel dat er een zorgvuldige selectiebeslissing is genomen.
4. De beoordeling
4.1. Voor de paviljoens a en c van de locatie Westlinge te Heerhugowaard geldt een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting.
4.2. De selectiefunctionaris baseert zijn oordeel onder meer op het selectieadvies van de inrichting waar klager verblijft. De beroepscommissie is van oordeel dat op grond van dit selectieadvies geoordeeld kan worden dat, hoewel er wel degelijk
verbetering in het gedrag van klager is waar te nemen, klager nog onvoldoende geschikt is voor overplaatsing naar een b.b.i. zonder regimair verlof. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan bij afweging
van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 25 mei 2010
secretaris voorzitter