Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0605/GA, 9 juni 2017, beroep
Uitspraakdatum:09-06-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:            17/605/GA

 

betreft:               [klager]                datum: 9 juni 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

 

de directeur van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

 

gericht tegen een uitspraak van 13 februari 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos,

 

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

 

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 mei 2017, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C.A. Bouw, en […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Zuyder Bos.

 

Ter zitting zijn door en namens klager nadere stukken overgelegd. Een kopie hiervan is aan de directeur verzonden.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.            De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel, wegens een positieve score bij een urinecontrole op het gebruik van cocaïne en alcohol

(ZB-2016-926).

 

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard en klager ter zake een tegemoetkoming toegekend van € 50,= op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.            De standpunten van de directeur en klager

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep als volgt – samengevat en zakelijk weergegeven – toegelicht.

Klager heeft bij een urinecontrole en het herhalingsonderzoek positief gescoord op het gebruik van cocaïne en alcohol. De directeur heeft klagers verklaring voor de positieve uitslag op cocaïne telefonisch geverifieerd bij het Laboratorium Gelre Ziekenhuizen (het Gelre) toen de directeur kennisnam van klagers schorsingsverzoek. Volgens het Gelre is klagers verklaring zeer onwaarschijnlijk. Het Gelre heeft te kennen gegeven gebruik te maken van een nieuwe onderzoeksmethode. De bij het herhalingsonderzoek gemeten waarde op cocaïne week af van de waarde bij de urinecontrole, omdat het buisje langere tijd heeft gestaan. Op een later moment is aan het Gelre gevraagd een en ander voor de beklagprocedure op schrift te zetten. De omstandigheid dat de door het Gelre gehanteerde afkapwaarde niet duidelijk op de website van de commissie van toezicht staat, kan niet voor rekening van de inrichting komen. De afkapwaarde is gebaseerd op de European Guidelines for Workplace Drug Testing in Urine (EWDTS-richtlijnen). Alle inrichtingen laten afgenomen urinecontroles door het Gelre testen. 

Door en namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt – samengevat en zakelijk weergegeven – toegelicht.

Klager erkent alcohol te hebben genuttigd. Hij ontkent het gebruik van cocaïne. Hij heeft tijdens een regimair verlof een bergruimte opgeruimd. Hij heeft toen goederen waarin cocaïne heeft gezeten weggegooid. Dat verklaart de positieve uitslag. Dat dit een mogelijke verklaring is, is ook aan klager bevestigd door meerdere laboratoria. Uit het dossier blijkt niet dat en wanneer de directeur klagers verklaring bij het Gelre heeft geverifieerd. Verzocht wordt de directeur uit te laten zoeken wanneer hij dit precies heeft gedaan. De EDWTS-richtlijnen richten zich slechts op de workplace environment, zoals het leger. Het Gelre maakt geen onderscheid in doelgroepen. Het Gelre hanteert een afkapwaarde van 150 ng/ml, terwijl andere laboratoria een afkapwaarde hanteren van 300 ng/ml. In de nieuwsbrief van het Gelre uit 2015 staat dat de afkapwaarde 150 ng/ml is, maar klager was toen nog niet gedetineerd. Ten tijde van klagers klacht stond op de website van de commissie van toezicht dat het Gelre een afkapwaarde van 300 ng/ml hanteert. Op de website van de Kwaliteitsbewaking Klinische Geneesmiddelenanalyse en Toxicologie (KKGT) staat een afkapwaarde van 300 ng/ml. Gelet hierop en op artikel 4 van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen had de directeur bij het Gelre moeten navragen of er een kwaliteitscontrole is. Klager vindt het vreemd dat er een groot verschil is tussen de bij de urinecontrole en het herhalingsonderzoek gemeten waarde op cocaïne. 

 

3.            De beoordeling

Op grond van paragraaf 4.3.3.2 van de Huisregels van de locatie Zuyder Bos is het verboden tijdens verlof drugs en/of alcohol te gebruiken. 

 

Vaststaat dat klager na een regimair verlof bij een urinecontrole positief heeft gescoord op het gebruik van alcohol en cocaïne (243 ng/ml). De positieve uitslagen zijn vastgesteld door het Gelre Ziekenhuizen en bij herhalingsonderzoek (157 ng/ml op cocaïne) bevestigd. Klager erkent het gebruik van alcohol, maar ontkent het gebruik van cocaïne. 

 

Het Gelre hanteert bij de urinetest op cocaïne een afkapwaarde van 150 ng/ml. Nu bij klagers urine een waarde van 243 respectievelijk 157 ng/ml is gemeten, is hij positief getest op gebruik van cocaïne. De beroepscommissie is van oordeel dat de directeur mag afgaan op een door het Gelre vastgestelde (positieve) uitslag op basis van een door het Gelre gekozen onderzoeksmethode en afkapwaarde, tenzij er concrete aanwijzingen zijn om aan de juistheid van het onderzoek te twijfelen. Hiervan is niet gebleken. Daartoe overweegt de beroepscommissie dat niet valt in te zien dat het Gelre de richtlijnen zoals in 2015 vastgesteld door EWDTS niet zou mogen hanteren. Dat op de website van het KKGT een andere afkapwaarde zou zijn vermeld, maakt niet dat het Gelre moet afwijken van de richtlijn van het EWDTS. Evenmin is gebleken dat deze richtlijn niet van toepassing zou zijn op urinetesten van gedetineerden. Verder neemt de beroepscommissie in aanmerking dat het Gelre desgevraagd heeft aangegeven dat de door klager gegeven verklaring voor de positieve uitslag op cocaïne zeer onwaarschijnlijk is.

 

Gezien het vorenstaande kon de directeur in redelijkheid beslissen tot het opleggen van onderstaande disciplinaire straf, vanwege het gebruik van alcohol en cocaïne. Dat op de website van de commissie van toezicht niet de juiste door het Gelre gehanteerde afkapwaarde is vermeld doet aan dat oordeel niet af, nu hieraan geen rechten kunnen worden ontleend.

 

Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. 

 

4.            De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M. Soffers, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.J. Stolwerk, leden, in tegenwoordigheid van

mr. R. Boerhof, secretaris, op 9 juni 2017

 

Naar boven