Nummer: 10/426/GB
Betreft: [klager] datum: 12 april 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 7 januari 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan de IJssel ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 15 februari 2005 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de p.i. Tilburg. Op 21 december 2009 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Krimpen aan de IJssel, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep, voor zover hier van belang, als volgt toegelicht.
Het gaat om een verplichte en gedwongen overplaatsing waarbij klager heel ver weg is geplaatst van zijn familie en vrienden. Toen de geruchten over de sluiting van de p.i. Tilburg rondgingen is klager zelf naar het bureau selectie- en
detentiebegeleiding (b.s.d.) gegaan voor opheldering. Men heeft hem toen verzekerd dat hij dicht bij huis geplaatst zou worden, mede omdat hij zo’n lange straf heeft. Het b.s.d. kwam vlak voor Kerst naar klager toe om twee voorkeuren ten aanzien van de
overplaatsing te noteren. Klager had echter ook al maanden eerder, vooruitlopend op de geruchten, zijn voorkeuren aan het b.s.d. doorgegeven. Deze waren in de eerste plaats Roermond en in de tweede plaats Sittard. Na Kerst werd klager ineens
overgeplaatst naar Krimpen aan de IJssel. Klagers ouders zijn op leeftijd en wonen 110 kilometer daarvandaan. Zijn vrienden en andere familieleden wonen nog verder weg. Deze afstand is onmogelijk te bereizen en al helemaal met het openbaar vervoer.
Klager snapt dat detentie een vergelding is, maar moet deze niet ook zijn gericht op een terugkeer in de samenleving? Klagers contacten lijden hieronder, wat de terugkeer straks zal belemmeren. Klager heeft later iedereen nodig om terugval te
voorkomen.
Klager geeft aan dat er Europese regels omtrent overplaatsing zijn die meegenomen dienen te worden in de overweging.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Er is gekozen voor plaatsing in de p.i. Krimpen aan de IJssel omdat daar een groot aantal cellen beschikbaar was. Dit in tegenstelling tot de inrichtingen van voorkeur van klager. Gezien het feit dat de p.i. Tilburg voor 1 februari 2010 ontruimd moest
worden en er veel gedetineerden overgeplaatst moesten worden, kon er geen rekening worden gehouden met de voorkeur van klager. Voor klager staat de mogelijkheid open om een overplaatsingsverzoek in te dienen.
De selectiefunctionaris is van oordeel dat er een zorgvuldige selectiebeslissing conform het wettelijk kader is genomen. De afwegingsgronden kunnen niet als onredelijk of onbillijk worden beschouwd.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Krimpen aan de IJssel is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. De selectiefunctionaris geeft in de selectiebeslissing van 18 december 2009 het volgende aan:
“In verband met de toekomstige sluiting van de PI Tilburg wordt u overgeplaatst naar een andere locatie met een AGG-regime. Wij hebben geen rekening gehouden met uw voorkeur.”
In de beslissing op het bezwaarschrift geeft de selectiefunctionaris vervolgens aan dat er is gekozen voor plaatsing in de p.i. Krimpen aan de IJssel omdat daar een groot aantal cellen beschikbaar was. Ook wordt aangegeven dat de door klager opgegeven
voorkeur niet kon worden gehonoreerd. Hierbij wordt op geen enkele wijze aangegeven waarom er geen rekening kon worden gehouden met de door klager aangegeven voorkeur van plaatsing in verband met zijn bezoek noch waarom klager niet op de wachtlijst
voor
één van de inrichtingen van zijn voorkeur kon worden geplaatst. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris zal wegens dit gebrek aan motivering worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen
een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 12 april 2010
secretaris voorzitter