Nummer: 10/740/GB
Betreft: [klager] datum: 9 april 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.A.E.A. Muurmans, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 10 maart 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de afwijzing van klagers verzoek tot tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf door toepassing van elektronische detentie ongegrond verklaard.
2. De feiten
Op 10 maart 2010 is klager opgeroepen zich op 12 april 2010 te melden in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Maashegge te Overloon teneinde zijn gevangenisstraf van in totaal 35 dagen te ondergaan.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De beslissing is in strijd met het motiveringsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel. Het verzoek tot het ondergaan van elektronische detentie is afgewezen omdat het aansluitadres niet zou
voldoen aan de gestelde eisen. Voor of uiterlijk op 1 april 2010 zal de woning wel aan de gestelde eisen voor heraansluiting voldoen omdat op dat moment betalingsachterstanden zijn betaald of geregeld. In de week van 15 maart 2010 wordt het bedrag door
de raadsman van klager aan de deurwaarder overgemaakt, waarna de aansluiting aanstonds gerealiseerd zal worden.
Afwijzing van het verzoek houdt geen of onvoldoende rekening met klagers belangen. Klager is vader van drie kinderen en ontvangt een uitkering die hij bij detentie zal verliezen en daardoor wederom zijn woonruimte.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Op het door klager aangegeven adres was de stroom afgesloten. De gebouwelijke situatie van het aansluitadres voldoet daarmee niet aan de eisen voor elektronische
detentie. Het ondergaan van de elektronische detentie op het adres van klagers ex-vriendin bleek niet mogelijk in verband met het intrekken van de huursubsidie. Met klager is de afspraak gemaakt dat hij op 10 februari 2010 voor 15.45 uur contact zou
opnemen met de Penitentiaire Inrichting Administratief. Klager heeft dat niet gedaan. Hieruit is geconcludeerd dat klager niet bereid is zich te onderwerpen aan de elektronische detentie en de hieraan gestelde voorwaarden. Voor het mislukken van
elektronische detentie moet worden gevreesd.
4. De beoordeling
4.1. De b.b.i. Maashegge is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Uit de stukken komt naar voren dat klager behoort tot de categorie gedetineerden die in aanmerking kunnen komen voor elektronische detentie. Ten tijde van de bestreden beslissing voldeed het verblijfadres van klager niet aan de voorwaarden van
elektronische detentie, omdat de stroom was afgesloten. Uit een nagezonden e-mailbericht van 8 april 2010 van energieleverancier Edinet komt naar voren dat de betalingsachterstand inmiddels is voldaan en klager per 2 april 2010 weer is aangesloten.
Gelet hierop is aan de motivering van de bestreden beslissing een grond komen te ontvallen, waardoor deze niet in stand kan blijven. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen op zo kort mogelijke
termijn een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op binnen zo kort mogelijke termijn een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 9 april 2010
secretaris voorzitter