Onderwerp: Bezoek-historie

Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen
Publicatiedatum:05-07-2002Geldigheid:05-07-2002 t/m 12-09-2004Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Regeling van de Minister van Justitie houdende de eisen waaraan een verblijfsruimte voor gedetineerden in een penitentiaire inrichting dient te voldoen
De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 16, vijfde lid, van de Penitentiaire beginselenwet;

Gezien het advies van de Centrale Raad voor Strafrechtstoepassing van 10 december 1998, kenmerk 735266/98;

Besluit:

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. wet:

de Penitentiaire beginselenwet;

b. raam:

een voorziening waardoor de cyclus van dag en nacht kan worden waargenomen.

relaties0relaties0

Artikel 2 Algemeen

  • 1. De verblijfsruimte is zodanig uitgevoerd en ingericht dat zij voldoet aan de eisen die het karakter van de inrichting, de Arbowet en de brandveiligheidsvoorschriften daaraan stellen.relaties0
  • 2. Bij plaatsing wordt de verblijfsruimte schoon opgeleverd aan de gedetineerde, die haar tijdens zijn verblijf zelf schoon houdt. relaties0
relaties0
relaties0

§ 2 De inrichting van de verblijfsruimte

Artikel 3 Ruimtelijke eisen

Met een afwijkingsmarge van 10% heeft de verblijfsruimte minimaal een vloeroppervlak van 10 vierkante meter, een breedte van 2 meter en een vrije hoogte van 2,5 meter.

relaties0relaties0

Artikel 4 Buitenwandopening

  • 1. In een wand of het plafond van de verblijfsruimte bevindt zich een beveiligd raam.relaties0
  • 2. Het raam heeft een oppervlak van minstens 0,75 vierkante meter. relaties0
relaties0

Artikel 5 Binnenwandopening

  • 1. In de binnenwand van de verblijfsruimte bevindt zich een slechts van buitenaf afsluitbare deur.relaties0
  • 2. In de deur is een observatieluikje aangebracht dat van buitenaf wordt afgeschermd. relaties0
relaties0

Artikel 6 Verwarming en ventilatie

  • 1. In de verblijfsruimte is een verwarming met een bedienkraan aangebracht.relaties0
  • 2. De verwarming heeft een zodanige capaciteit dat bij een buitentemperatuur van minus 10 graden C en een windsnelheid van 10 meter per seconde in de verblijfsruimte een temperatuur van 20 graden C kan worden bereikt.relaties0
  • 3. De verblijfsruimte is voorzien van een ventilatiemogelijkheid waardoor op natuurlijke dan wel mechanische wijze lucht kan worden aangevoerd. relaties0
relaties0

Artikel 7 Communicatie

De verblijfsruimte is voorzien van:

  • a. een intercom of bel waarmee vanuit de cel te allen tijde een ambtenaar of medewerker van de inrichting kan worden opgeroepen, enrelaties0
  • b. een radio- en TV-aansluitpunt. relaties0
relaties0relaties0

Artikel 8 Verlichting

De verblijfsruimte is voorzien van een van binnenuit en al dan niet van buitenaf bedienbare verlichting met voldoende lichtsterkte, al dan niet gecombineerd met een van buitenaf bedienbare nachtverlichting.

relaties0relaties0

Artikel 9 Sanitair

  • 1. De verblijfsruimte is voorzien van een toilet dat vanaf de gang is afgeschermd met een schaamschot, alsmede van een wasgelegenheid.relaties0
  • 2. Bij het toilet bevindt zich een ventilatierooster. relaties0
relaties0

Artikel 10 Inrichting

De verblijfsruimte is ingericht met tenminste:

relaties0relaties0

Artikel 10a

  • 1. Een verblijfsruimte kan zijn uitgerust met een observatiecamera.relaties0
  • 2. De camera is zodanig aangebracht dat observatie van de gehele verblijfsruimte mogelijk is.relaties0
relaties0

Artikel 10b

  • 1. De directeur kan bepalen dat de gedetineerde, die in een individueel regime is geplaatst als bedoeld in artikel 22 van de wet of die in een extra beveiligde inrichting als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder e, van de wet is geplaatst, dag en nacht door middel van een camera wordt geobserveerd:
    • indien dit noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting,
    • indien dit noodzakelijk is voor een ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming,
    • indien dit noodzakelijk is in verband met de geestelijke of lichamelijke toestand van de gedetineerde,
    • indien bij ontvluchting of schade aan de gezondheid van de gedetineerde grote maatschappelijke onrust zou ontstaan of wanneer dit ernstige schade zou kunnen toebrengen aan de betrekkingen van Nederland met andere staten of met internationale organisaties.
    relaties0
  • 2. Indien cameraobservatie wordt toegepast op de grond van het eerste lid, onder c, wordt, alvorens de beslissing daartoe wordt genomen advies ten dien aanzien uitgebracht door een gedragsdeskundige onderscheidenlijk de inrichtingsarts, tenzij dit advies niet kan worden afgewacht. In dat geval wint de directeur het advies zo spoedig mogelijk na zijn beslissing in.relaties0
  • 3. De cameraobservatie, bedoeld in het eerste lid, duurt ten hoogste twee weken. De directeur kan de cameraobservatie telkens voor ten hoogste twee weken verlengen, indien hij tot het oordeel is gekomen dat de noodzaak daartoe nog bestaat.relaties0
  • 4. De artikelen 57 en 58 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing. Van de beslissing tot cameraobservatie hetzij de verlenging daarvan, worden de aan de inrichting verbonden commissie van toezicht en de inrichtingsarts terstond in kennis gesteld.relaties0
relaties0

Artikel 10c

Ten minste eenmaal per week stelt de inrichtingsarts of een aan de inrichting verbonden gedragsdeskundige zich op de hoogte van de toestand van de gedetineerde die door middel van een camera dag en nacht wordt geobserveerd.

relaties0relaties0
relaties0

§ 3 Algemene uitzonderingen

Artikel 11 Uitzonderingen

Deze regeling is, met uitzondering van de artikelen 10a, 10b en 10c niet van toepassing op verblijfsruimten waarin een gedetineerde tijdelijk wordt ondergebracht of op ruimten die worden gebruikt voor onderzoek van gedetineerden.

relaties0relaties0

Artikel 11a Experiment Amerswiel

  • 1. Er is een experiment Amerswiel te Heerhugowaard dat loopt van 1 januari 2001 tot 1 januari 2005. Het experiment wordt tussentijds en aan het einde van de aangegeven periode geëvalueerd.relaties0
  • 2. De Minister van Justitie wijst de inrichting of afdeling aan waar het experiment plaatsvindt. relaties0
  • 3. De inrichting Amerswiel bestaat uit huizen. In een huis bevinden zich verblijfsruimten voor persoonlijk gebruik, een gezamenlijke keuken, huiskamer en ruimten met toilet en douche al dan niet voor gezamenlijk gebruik.relaties0
  • 4. Op het experiment Amerswiel zijn de artikelen 3 tot en met 9, 12 en 13 niet van toepassing.relaties0
  • 5. De huizen zijn voorzien van een van buitenaf afsluitbare deur en in elke verblijfsruimte bevindt zich een beveiligd raam. Elke verblijfsruimte is voorzien van een deur die slechts van buitenaf kan worden afgesloten.relaties0
  • 6. De huizen, verblijfsruimten en gezamenlijke ruimten zijn zodanig uitgevoerd en ingericht dat zij de individuele gedetineerde voldoende ruimte, daglicht, verwarming en ventilatie bieden. relaties0
  • 7. De huizen zijn voorzien van een intercom of bel waarmee ten allen tijde een ambtenaar of medewerker van de inrichting kan worden opgeroepen. In het huis is een radio- en tv aansluitpunt aanwezig.relaties0
relaties0
relaties0

§ 4 Bijzondere bepalingen voor ver-blijfsruimten in beperkt beveiligde en zeer beperkt beveiligde inrichtingen

Artikel 12 Verblijfsruimten in beperkt beveiligde en zeer beperkt beveiligde inrichtingen

  • 1. Op verblijfsruimten in beperkt beveiligde en zeer beperkt beveiligde inrichtingen is het bepaalde in de artikelen 3, 4, tweede lid, en 6, eerste lid, niet van toepassing, terwijl op verblijfsruimten in beperkt beveiligde inrichtingen ook het bepaalde in artikel 9 en op verblijfsruimten in zeer beperkt beveiligde inrichtingen ook het bepaalde in de artikelen 5 en 7 niet van toepassing is.relaties0
  • 2. Op verblijfsruimten in beperkt beveiligde en zeer beperkt beveiligde inrichtingen, bestemd voor de onderbrenging van meer dan één gedetineerde, is het bepaalde in de artikelen 3, 4, tweede lid, en 6, eerste lid, niet van toepassing, terwijl op dergelijke verblijfsruimten in zeer beperkt beveiligde inrichtingen ook het bepaalde in de artikelen 5, 7 en 9 niet van toepassing is.relaties0
  • 3. De in het eerste en tweede lid genoemde verblijfsruimten zijn zodanig uitgevoerd en ingericht dat zij de individuele gedetineerde voldoende ruimte, daglicht, verwarming en ventilatie bieden.relaties0
  • 4. Is de verblijfsruimte zelf niet voorzien van sanitair, dan is dat elders in het pand in voldoende mate beschikbaar. relaties0
relaties0
relaties0

§ 5 Overgangsbepalingen

Artikel 13 Overgangsbepaling

Verblijfsruimten in normaal beveiligde, uitgebreid beveiligde en extra beveiligde inrichtingen waarvan de bouw is aangevangen voor 1996, moeten in elk geval voldoen aan de eisen vermeld in de artikelen 2, 4, eerste en tweede lid, 5, 6, tweede en derde lid, 7, 8 en 10, en moeten in elk geval voor 1 januari 2006 voldoen aan de eisen vermeld in de artikelen 6, eerste lid, en 9.

Verblijfsruimten in normaal beveiligde, uitgebreid beveiligde en extra beveiligde inrichtingen waarvan de bouw is aangevangen voor 1996 en welke zijn bestemd voor de onderbrenging van meer dan één gedetineerde, moeten bovendien voldoen aan de eisen vermeld in artikel 9.

relaties0relaties0
relaties0

§ 6 Slotbepalingen

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 1999.

relaties0relaties0

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen.

relaties0relaties0
relaties0

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De
Minister
van Justitie,
A.H.
Korthals
Naar boven