Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3243/GA, 31 maart 2010, beroep
Uitspraakdatum:31-03-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Telefoon  v

Uitspraak

nummer: 09/3243/GA

betreft: [klager] datum: 31 maart 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.V. van der Bom, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 oktober 2009 van de beklagcommissie bij unit 3 gevangenis BIBA te Den Haag,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 februari 2010, gehouden in de locatie De Schie te Rotterdam, is klager gehoord. Klagers raadsman heeft telefonisch laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen. De directeur van unit 3 gevangenis
BIBA heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting. Op 25 februari 2010 is een schriftelijke toelichting van de directeur binnengekomen op het secretariaat van de Raad. Een afschrift daarvan is ter kennisneming
verzonden
aan klager en zijn raadsman. Klager heeft daarop gereageerd bij brief van 12 maart 2010. Een afschrift daarvan is ter kennisneming verzonden aan de directeur.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft, voor zover in beroep aan de orde, het niet aanbrengen van geluidskappen op de telefoontoestellen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De huidige situatie is niet toelaatbaar. Er is een kleine huiskamer van ongeveer dertig vierkante meter. Er verblijven twaalf personen op de afdeling. Als iemand staat te bellen, kan iedereen het gesprek horen. Ook gesprekken met de advocaat worden in
de huiskamer gevoerd. Er zijn metalen telefoonkappen afkomstig van unit 1 en unit 2. Die bieden geen soelaas. De kappen zijn geplaatst door de technische dienst van de bajes. Intussen heeft een nieuw directielid toegezegd dat er afgesloten telefoons
komen. Er is geen termijn genoemd. Voorheen verbleef klager in de BIBA. Daar waren wel afgesloten telefoons. Er zijn ook geen provisorische maatregelen genomen, zoals bijvoorbeeld een kast plaatsen voor de telefoons.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht.
De penitentiaire inrichting (p.i.) is eigendom van de Rijksgebouwendienst (RGD). Het gebouw en de inrichting daarvan voldoen aan het programma van eisen voor een p.i. In de Gedeco is gesproken over de mogelijkheid van vervangende telefoonkappen omdat
de zelfgemaakte cellen zijn afgekeurd door de brandweer. Daar is geen toezegging over gedaan. In het Gedeco-verslag staat bij “actie” niet de directeur vermeld. Het gebouw is het afgelopen jaar verbouwd omdat de BIBA is bestemd voor een PPC. Gedurende
de verbouwing is het niet aan de huurder om veranderingen uit te voeren aan het gebouw of de inrichting. Het gebouw moet eerst opgeleverd worden aan de RGD. Er is sprake van allerlei vertragingen. Betere telefoonkappen konden na de oplevering uit een
leegstaande unit worden gehaald, maar KPN moest de telefoons eerst verwijderen. KPN gaf niet direct gehoor aan het verzoek van de directeur. De directeur heeft aan zijn zorgplicht voldaan door driemaal te rappelleren. Inhoudelijk wordt verwezen naar
een
voorstel van 14 december 2009 van de directeur om werkelijk ongestoord tien minuten per week te kunnen telefoneren. Klager heeft dat voorstel afgewezen. Klager meent namelijk dat hij recht heeft op meer dan tien minuten bellen per week. Dat is echter
een gunst, waar geen recht aan mag worden ontleend. In de Pbw staat dat een gedetineerde recht heeft op tien minuten beltijd per week.

3. De beoordeling
Uit hetgeen in beklag en beroep naar voren is gebracht, wordt aannemelijk dat sprake is van privacygebrek bij het telefoneren. Op de directeur rust de plicht om er voor te zorgen dat ongestoord telefoonverkeer mogelijk is. Uit de inlichtingen van de
directeur volgt – zakelijk weergegeven – dat het gedurende de verbouwing niet mogelijk is om veranderingen aan te brengen in de inrichting en dat tevens contact is opgenomen met de telefoonaanbieder. Meer privacy bij het telefoneren kan echter ook
bereikt worden door meer eenvoudige maatregelen te nemen. Het lag op de weg van de directeur om zelf ook initiatief te nemen om tot een oplossing te komen, te meer daar het gebrek aan privacy reeds vaak en gedurende langere tijd gesignaleerd was. Nu de
directeur zulks niet heeft gedaan, is de beroepscommissie van oordeel dat hij hierin onvoldoende voortvarend te werk is gegaan. Gelet daarop kan worden gezegd dat de directeur in deze heeft gehandeld in strijd met zijn uit artikel 39 van de Pbw
voortvloeiende zorgplicht. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. J.M.M. van Woensel en mr. H. Heijs, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 31 maart 2010

secretaris voorzitter

Naar boven