Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3608/GA, 31 maart 2010, beroep
Uitspraakdatum:31-03-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/3608/GA

betreft: [klager] datum: 31 maart 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 11 december 2009 van de beklagcommissie bij de locatie Groot Bankenbosch,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 maart 2010, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i) Lelystad, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur van de locatie Groot Bankenbosch.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van goederen na overplaatsing.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft in de p.i. Hoogeveen maar twee dozen met spullen ontvangen. Er missen nog twee dozen. Het gaat klager vooral om de vermissing van zijn gouden ketting en gouden armband en zijn zonnebril. De gouden ketting en armband zijn samen € 5000,=
waard en de zonnebril € 750,=. Volgens klager lagen deze goederen nog op zijn cel toen hij in afzondering werd geplaatst. Bij de stukken zit een bon van de inrichtingswinkel van 27 juli 2009 met daarop de goederen die klager toen had besteld.

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Zodra een gedetineerde in afzondering wordt geplaatst wordt zijn cel afgesloten. Dat is in klagers geval ook gebeurd. Zij heeft dit speciaal nagevraagd, omdat een gedetineerde, genaamd [...], heeft verklaard dat klagers cel niet was afgesloten.
Sieraden
die door een gedetineerde worden gedragen, worden niet geregistreerd. Gedetineerden tekenen dan een verklaring van eigen risico. De directeur heeft gesproken met de piw-ers die de cel hebben ontruimd. Volgens de vrachtbrieven zijn er vier dozen
verzonden. Er waren twee dozen met goederen die niet omschreven zijn.

3. De beoordeling
Uit de stukken blijkt dat er vanuit Bankenbosch vier dozen zijn verzonden naar de p.i. Hoogeveen. Klager zegt slechts twee dozen te hebben ontvangen. Dit is door de directeur niet althans onvoldoende gemotiveerd betwist, terwijl nader telefonisch
informeren door de secretaris van de beroepscommissie bij een medewerker van het Bad van De Grittenborgh te Hoogeveen heeft opgeleverd dat de betreffende medewerker zich kon herinneren dat klager bij het in ontvangst nemen van zijn spullen meteen
geklaagd heeft over het missen van twee dozen met persoonlijke eigendommen. De beroepscommissie neemt daarom aan dat er inderdaad twee dozen met persoonlijke eigendommen zijn kwijtgeraakt bij het transport van Bankenbosch naar De Grittenborgh en is van
oordeel dat de vermissing van klagers eigendommen voor rekening en risico komt van de directeur.
De beroepscommissie is echter van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat klager op het moment dat hij in afzondering werd geplaatst een gouden ketting en armband en een zonnebril op cel had. Klager heeft dit niet aannemelijk gemaakt.
De beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren.
Klager zal voor de vermissing van tien cd’s, 3 telefoonkaarten en een aantal niet bederfelijke etenswaren de na te noemen tegemoetkoming worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 100,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 31 maart 2010.

secretaris voorzitter

Naar boven