Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3028/GA, 30 maart 2010, beroep
Uitspraakdatum:30-03-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/3028/GA

betreft: [klager] datum: 30 maart 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 oktober 2009 van de beklagcommissie bij de locatie Zwolle Zuid,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 maart 2010, gehouden in penitentiaire inrichting (p.i) Lelystad, zijn gehoord [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur, [...], stagiaire, en [...], juridisch medewerker, bij de locatie Zwolle.

Klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om ter zitting te worden gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van drie dagen wegens de weigering mee te werken aan de inkomstprocedure.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
De voorzitter van de beklagcommissie heeft het beklag niet objectief behandeld. Bij binnenkomst zei hij tegen klager “ik ken jou nog wel”.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft voor de aanvang van de beklagzitting niet terstond en expliciet aangegeven dat hij zich serieus bezwaard voelde door de behandeling van de samengestelde commissie.

In de huisregels staat dat douchen verplicht is bij de intakeprocedure. Als een gedetineerde bij binnenkomst weigert mee te werken wordt hij in afzondering geplaatst. Gedetineerden moeten worden gecontroleerd alvorens zij op een afdeling kunnen worden
geplaatst.
Klager wilde nergens aan mee werken en hem is drie dagen afzondering opgelegd. Zodra klager aangeeft mee te willen werken aan de inkomstprocedure wordt de afzondering opgeheven.

3. De beoordeling
De directeur heeft aangegeven dat klager weigerde mee te werken aan de inkomstprocedure. Uit de stukken blijkt dat klager geen antwoord wilde geven op vragen die hem gesteld werden. De beslissing van de directeur om klager een ordemaatregel van drie
dagen afzondering op een afzonderingscel op te leggen kan derhalve niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W Bartels, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 30 maart 2010.
secretaris voorzitter

Naar boven