Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3357/GV, 28 december 2009, beroep
Uitspraakdatum:28-12-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/3357/GV

betreft: [klager] datum: 28 december 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.J. Ausma, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 november 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Door de inrichting waar klager thans verblijft is gemeld dat de verlofaanvraag toegewezen zou worden, indien klager een eerdere verlofaanvraag zou intrekken. Dit heeft klager dan ook gedaan. Deze nieuwe verlofaanvraag is wederom afgewezen, omdat de
Staatssecretaris op grond van de aangeleverde informatie tot de conclusie is gekomen dat het verlof op dit moment maatschappelijk onaanvaardbaar is. Net als in de vorige verlofaanvraag wordt het vluchtgevaar wederom als reden gegeven. Nieuw is het
negatieve advies van de inrichting. De inrichting acht vanwege het impulsieve gedrag van klager de kans aanwezig dat hij niet zal terugkeren van verlof. Klager zal op korte termijn een intakegesprek bij FPK Assen hebben. Klager is erg gemotiveerd om
daar in behandeling te gaan. Op het moment dat hij daar in behandeling is geniet hij alle vrijheden en kan hij in theorie ook vluchten. Klagers vrouw heeft klager te kennen gegeven dat, wanneer hij de behandeling niet afmaakt, hij niet meer thuis hoeft
te komen. Klager heeft net als medegedetineerden recht op verlof. Hem kan niet tot in lengte van dagen het vermeende vluchtgevaar worden tegengeworpen. Klager wijst nog op een zaak van de beroepscommissie (08/2756/GB) waarin het beroep gegrond is
verklaard, omdat, zoals in de onderhavige zaak, onvoldoende gemotiveerd was waarom de gestelde ontvluchting tijdens de vorige detentie thans nog vrees voor een ontvluchting oplevert. Klager heeft deelgenomen aan het TR-traject, waar een cursus
cognitieve vaardigheden onder het motto “eerst denken, dan doen” onderdeel van uitmaakte. Na het volgen van deze cursus mag klager niet langer worden tegengeworpen dat hij impulsief zou handelen. Klager is mondeling toegezegd dat hij na zijn
cova-training op verlof zou mogen. Klager heeft alle cova-trainingen gevolgd en nu is zijn verlof afgewezen.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft een verlofaanvraag gedaan voor 30 oktober 2009. In overleg met de inrichting is dit moment verplaatst naar 27 november 2009. De gedragsrapportage geeft aan dat klager vaak op zoek is naar de grenzen van het toelaatbare. Om een positieve
verandering in zijn gedrag te constateren gaf men aan hier de tijd tot 27 november 2009 voor nodig te hebben. Klager doet goed zijn best, volgt de cova-training en regelt op een nette manier zijn zaakjes. Af en toe kwam het oude gedrag weer naar boven.
De gedragsdeskundige geeft echter tevens aan dat het impulsief reageren maakt dat het onvoorspelbaar is of hij terug zal keren van een verlof. Klager is eerder, in 2008, niet teruggekeerd van een incidenteel verlof omdat zijn vrouw ziek was. Momenteel
is zijn vrouw nog steeds ziek en is er wederom een reden om niet terug te keren na verlof. De politie acht het gezien de ervaringen en het gedrag van klager niet ondenkbaar dat klager zich wederom niet aan de afspraken zal houden en adviseert negatief.
Klager heeft op 14 december 2009 een intakegesprek bij het FPK Assen. Indien klager daar geplaatst zal worden, zullen daar vrijheden worden opgestart.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Veenhuizen heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De politie [...] heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.

3. De beoordeling
Klager heeft een gevangenisstraf ondergaan van twee jaar met aftrek. Thans ondergaat hij een hechtenis van één jaar en zes maanden met aftrek in het kader van een schadevergoedingsmaatregel. De einddatum valt op of omstreeks 1 augustus 2010.
Aansluitend
dient hij een subsidiaire hechtenis van 19 dagen te ondergaan. Daarna dient hij een hechtenis van 8 dagen dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Klager heeft zich van 7 februari 2008 tot 6 november 2008 onttrokken aan zijn detentie. Klagers verlofaanvraag is afgewezen, omdat er vrees bestaat voor vluchtgevaar. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheid een forse
contra-indicatie vormt voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden
zoals bedoeld in artikel 4 onder a van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Overigens heeft de Staatssecretaris aangegeven dat wanneer klager zal worden behandeld in de FPK Assen hij dan
in aanmerking zal komen voor vrijheden. Gelet op het vorenstaande zal het beroep ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 28 december 2009

secretaris voorzitter

Naar boven