Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0075/GV, 15 februari 2010, beroep
Uitspraakdatum:15-02-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/75/GV

betreft: [klager] datum: 15 februari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.G. Doornbos, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 december 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft een deel van zijn straf in voorarrest uitgezeten. In januari 2009 is hij in Duitsland aangehouden. Sindsdien zit hij het restant van veertien maanden uit en een tenuitvoerlegging van zes maanden. Tijdens klagers verblijf in de gevangenis
Leeuwarden is bij klager de verwachting gewekt dat hij kon worden overgeplaatst naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) met regimair verlof. Dit kon op dat moment nog niet omdat een goedgekeurd verlofadres ontbrak. Inmiddels heeft klager wel
een
goed verlofadres overgelegd. Bij een verblijf van klager in de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen zou hij in het kader van TR kunnen werken aan interventies. Klager heeft op 24 november 2009 met succes de training “Cognitieve vaardigheden, eerst
denken dan doen” voltooid. Klagers verzoek tot algemeen verlof is afgewezen door zijn gedrag op de arbeid. In de gevangenis/ISD Sittard en in de gevangenis Leeuwarden had klager geen problemen op de arbeid. In de locatie Groot Bankenbosch in principe
ook niet. Wel is het zo dat het personeel in de locatie Groot Bankenbosch van klager geen weerwoord accepteert. Tuinieren is niet de sterkste kant van klager. Bij het bladeren en harken heeft klager een opmerking gemaakt dat dit weinig zin zou hebben
omdat nog niet alle bladeren uit de boom waren gevallen. Klager zal tot eind september 2010 zijn straf ondergaan. Daarna zal hij eventueel weer naar het buitenland vertrekken. Van vluchtgevaar is derhalve geen sprake.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op het moment dat klager wist dat zijn straf ten uitvoer zou worden gelegd, is hij naar het buitenland vertrokken. Klager is in het buitenland aangehouden. Gelet op klagers recente onttrekking en vlucht naar het buitenland en het feit dat klager zelf
jaren geen actie heeft ondernomen om zich te melden voor de nog te executeren straf, acht de Staatssecretaris het risico van vluchtgevaar aanwezig en heeft hij geen vertrouwen in een goed verloop van verlof. Klager ondergaat nu een straf die hem in
2003
is opgelegd. Klager is vanaf 1983 geregeld in aanraking geweest met Justitie. Er is een grote staat van recidive aanwezig.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Groot Bankenbosch heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De politie heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar en vijftien dagen met aftrek, wegens het overtreden van de Opiumwet. Aansluitend dient hij zes maanden tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf te ondergaan. Klagers wettelijk vroegst
mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 29 september 2010.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal vijf verlofaanvragen indienen.

Klagers verzoek tot algemeen verlof is afgewezen vanwege vluchtgevaar. Klager is in 2003 een straf opgelegd. Zonder zich te melden om deze straf te ondergaan, is hij naar het buitenland vertrokken waar hij ook is aangehouden. Sinds 5 januari 2009 is
klager weer gedetineerd. Deze omstandigheden hebben ertoe geleid dat hij nog steeds in een gesloten inrichting verblijft. De beroepscommissie is evenwel van oordeel dat het door de Staatssecretaris aangevoerde vluchtgevaar met een beroep op deze
voorgeschiedenis onvoldoende is onderbouwd en derhalve moet de afwijzende beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en mede gelet op de positieve adviezen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het
beroep zal daarom gegrond worden verklaard. De Staatssecretaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen inachtneming van deze uitspraak en binnen een termijn van twee weken na deze uitspraak. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig
voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 15 februari 2010

secretaris voorzitter

Naar boven