Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3443/GB, 15 februari 2010, beroep
Uitspraakdatum:15-02-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/3443/GB

Betreft: [klager] datum: 15 februari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 december 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) te Rotterdam afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 6 april 2009 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. te Almere. Op 3 augustus 2009 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. te Alphen aan den Rijn. Klager is op 2 februari 2010 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 8
maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klagers verzoek tot overplaatsing is afgewezen omdat hij op 3 augustus 2009 op eigen verzoek in Alphen aan den Rijn is geplaatst en hij pas na zes maanden weer een nieuw verzoek tot overplaatsing kan indienen. Klagers voorkeur ging toentertijd uit naar
Rotterdam en plaatsing zou vier/vijf maanden duren. Klagers vrouw is ziek en klagers moeder is slecht ter been. Het is voor hen beiden moeilijk om naar Alphen aan den Rijn te komen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager verbleef aanvankelijk in het h.v.b. te Almere en op 15 juni 2009 is zijn verzoek om overplaatsing ingewilligd. Het h.v.b.Alphen aan den Rijn was één van de drie door klager opgegeven voorkeuren. Klager krijgt regelmatig bezoek van familie en
relaties uit Rotterdam.
Klager dient op 19 januari 2010 terecht te staan bij de Rechtbank te Almelo. Mocht klager veroordeeld worden, dan kan hij in het kader van een selectie naar een gevangenis zijn voorkeur kenbaar maken voor een locatie in de regio Rotterdam.
Er is onvoldoende aanleiding om nu tegemoet te komen aan klagers verzoek om te worden overgeplaatst naar een h.v.b. te Rotterdam.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Uit het selectieadvies van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere van 8 juni 2009 blijkt dat klager heeft aangegeven op sociale gronden te willen worden overgeplaatst naar de p.i. te Krimpen aan de IJssel, Zoetermeer of Alphen aan den Rijn.
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek ingewilligd en klager is op 3 augustus 2009 in het h.v.b. te Alphen aan den Rijn geplaatst.
Klager is op 2 februari 2010 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De selectiefunctionaris heeft aangegeven dat klager in het kader van een selectie naar een gevangenis zijn
voorkeur kenbaar kan maken voor een locatie in de regio Rotterdam.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 15 februari 2010.

secretaris voorzitter

Naar boven