Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0037/GB, 10 maart 2010, beroep
Uitspraakdatum:10-03-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/37/GB

Betreft: [klager] datum: 10 maart 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.C. Vlielander, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 januari 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de locatie Esserheem te Veenhuizen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 14 mei 2004 gedetineerd. Hij verbleef in de penitentiaire inrichtingen Lelystad. Op 11 december 2009 is hij overgeplaatst naar de locatie Norgerhaven te Veenhuizen.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is de dupe van het beleid om twee locaties aan te wijzen voor de situatie waarin klager zich bevindt. Het is voor klager volstrekt onbegrijpelijk en in strijd met zijn persoonlijke zwaarwegende belangen dat hij gedetineerd zit in Veenhuizen. Ten
eerste omdat zijn bezoek uit Dronten moet komen en ten tweede gezien het feit dat de selectiefunctionaris niet ingaat op de persoonlijke omstandigheden, maar louter heeft gekeken naar een beleid. Een beleid waarvan in voorkomend geval kan worden
afgeweken daar dit beleid niet dwingend van aard is.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Alles overziende blijft hij van oordeel dat het besluit klager te selecteren voor de locatie Norgerhaven te Veenhuizen, en het bezwaarschrift ongegrond te verklaren,
niet als onredelijk of onbillijk valt aan te merken.
De selectiefunctionaris verwijst naar artikel 20b van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling). Daarbij geeft hij aan dat hij een strafrechtelijk gedetineerde vreemdeling met een strafrestant van meer dan
vier maanden uitsluitend in Veenhuizen kan plaatsen. Waar bij een aanbod van meerdere inrichtingen met eenzelfde bestemming het plaatsen in de buurt van de woonplaats van het bezoek een optie zou kunnen zijn, is deze keuzemogelijkheid er niet in geval
van plaatsing in deze inrichtingen voor bijzondere opvang. De uitvoering van het beleid om voor deze categorie gedetineerden een specifieke locatie aan te wijzen weegt zwaarder dan eventuele problemen ten aanzien van de reisafstand voor het bezoek. In
dit geval blijkt evenmin dat er voor de vrouw van klager medische beperkingen zijn op grond waarvan zij de reis naar Veenhuizen niet zou kunnen maken.

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie merkt op dat de feitelijke plaatsing van klager niet overeenkomt met de selectiebeslissing. Klager is namelijk geselecteerd voor de locatie Esserheem, maar is geplaatst in de locatie Norgerhaven. Beide locaties zijn
aangewezen als inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau, tevens inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, als bedoeld in art. 20b, tweede lid aanhef en onder b, van de Regeling.
In beroep klaagt klager niet over het feit dat hij in een andere locatie is geplaatst dan waarvoor hij geselecteerd is. Klager heeft daarom geen belang bij een formele gegrondverklaring van het beroep.

4.2. Klager voldoet, nu hij onherroepelijk tot een vrijheidsstraf is veroordeeld, aan de vereisten voor plaatsing in een voorziening voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen.

4.3. Namens klager wordt aangegeven dat zijn bezoek uit Dronten moet komen en dat niet is gekeken naar zijn persoonlijke omstandigheden, maar louter naar het beleid. Klager is tot ongewenst vreemdeling verklaard. Bovendien heeft hij een strafrestant
van meer dan vier maanden. Voor dergelijke gedetineerden zijn de locaties Esserheem en Norgerhaven te Veenhuizen bestemd. Slechts bij aanwezigheid van bijzondere omstandigheden kan op dit plaatsingsbeleid een uitzondering worden gemaakt. Van dergelijke
omstandigheden is niet gebleken. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 10 maart 2010

secretaris voorzitter

Naar boven