Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3499/SGA (eindbeslissing), 28 december 2009, schorsing
Uitspraakdatum:28-12-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/3499/SGA (eindbeslissing)

Betreft: [klager] datum: 28 december 2009

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in het huis van bewaring (h.v.b.) Nieuwegein.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormeld h.v.b. van 14 december 2009, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van drie
dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, ingaande op 14 december 2009 om 14.30 uur en eindigend op 17 december 2009 om 14.30 uur, wegens – kortweg – fraude bij een urinecontrole (te laag kreatininegehalte in de urine).

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 15 en 28 december 2009.

1. De beoordeling
Bij tussenbeslissing van 16 december 2009 heeft de voorzitter de behandeling van het schorsingsverzoek aangehouden omdat de directeur in zijn reactie van 15 december 2009 had aangegeven dat de tenuitvoerlegging van de disciplinaire straf was opgeschort
in afwachting van de uitslag van het herhalingsonderzoek. De voorzitter heeft daarbij aan de directeur verzocht om hem – zodra over wordt gegaan tot tenuitvoerlegging van onderhavige disciplinaire straf – per ommegaande te berichten over de verdere
tenuitvoerlegging van de opgelegde disciplinaire straf, zodat de voorzitter dan kan beslissen op het schorsingsverzoek.
De voorzitter betreurt het dat de directeur vervolgens pas op 28 december 2009 mededeelt dat de eerder opgelegde disciplinaire straf ten uitvoer is gelegd in de periode van 18 december 2009 om 10.00 uur tot 20 december 2009 om 14.30 uur. Door die late
melding van de zijde van de directeur komt de voorzitter feitelijk niet meer toe aan een inhoudelijke beoordeling van het schorsingsverzoek en waardoor in wezen de mogelijkheid om schorsing van de tenuitvoerlegging van de opgelegde disciplinaire straf
te verzoeken door de directeur is gefrustreerd. De voorzitter geeft de directeur dringend in overweging om in de toekomst in soortgelijke gevallen onmiddellijk aan de voorzitter melding te doen van de verdere tenuitvoerlegging van een opgeschorte
disciplinaire straf.

Nu de beslissing tot oplegging van de bestreden disciplinaire straf niet meer ten uitvoer wordt gelegd, zal het verzoek niet meer tot het door verzoeker beoogde resultaat kunnen leiden. Verzoeker heeft daarom geen belang meer bij een toewijzing van het
verzoek zodat het verzoek daarom moet worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gegeven door mr. J.I.W.M. Bartelds, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 28 december 2009

secretaris voorzitter

Naar boven