Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2008/TA, 25 februari 2010, beroep
Uitspraakdatum:25-02-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Post  v

Uitspraak

nummer: 09/2008/TA

betreft: [klager] datum: 25 februari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van het forensisch psychiatrisch centrum De Rooyse Wissel te Grave, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 6 juli 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 januari 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. L.E. Calis, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting mr. [...], juridisch
medewerker.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de verlenging van de weigering om klagers post aan of van zijn jongste dochter te verzenden of uit te reiken.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard en aan klager een tegemoetkoming toegekend van € 20,= op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op de mededeling inperkende maatregel is een foutieve maatregel aangekruist. Dit was niet voor het eerst en dat is uitermate
slordig
en betreurenswaardig. Bedoeld was om een maatregel van toezicht op de post op te leggen. Het was niet voor het eerst dat de ordemaatregel aan klager is opgelegd. Klager heeft kunnen begrijpen welke maatregel aan hem was opgelegd.
De beklagrechter heeft ten onrechte het beklag geheel gegrond verklaard in plaats van enkel het beklag formeel gegrond te verklaren.
De beklagcommissie noch de beroepscommissie heeft in een eerdere uitspraak gemotiveerd waarom de klachten (materieel) gegrond zijn verklaard.
De maatregel was opgelegd omdat er recent poststukken zijn aangetroffen die klager via een medepatiënt naar zijn dochter wilde versturen.

Door en namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager is het eens met de uitspraak van de beklagrechter. De uitspraak is deugdelijk gemotiveerd. Er zijn fouten gemaakt bij de oplegging van de
maatregel. Het gaat niet om een simpele verschrijving. Deze fout is vijf à zeven keer eerder gemaakt. Klager begrijpt niet welke maatregel aan hem is opgelegd. Het is van belang om duidelijk aan te geven welke maatregel wordt opgelegd. Dat de
inrichting
fout op fout maakt, is door de beklagrechter wellicht meegewogen voor wat betreft de hoogte van de tegemoetkoming.
Klager ontkent dat hij post via een medepatiënt wilde versturen aan zijn dochter. De post was een voorbeeldbrief voor een contactadvertentie.

3. De beoordeling
Namens het hoofd van de inrichting is erkend dat abusievelijk aan klager bij herhaling in plaats van een ordemaatregel van toezicht op klagers post een ordemaatregel van weigering om bepaalde poststukken te verzenden of uit te reiken is opgelegd.
De stelling van het hoofd van de inrichting dat klager had kunnen begrijpen welke ordemaatregel aan hem was opgelegd, is door klager betwist.
Bij meerdere uitspraken van beklagcommissie, waarbij een soortgelijk beklag van klager gegrond is verklaard, is het hoofd van de inrichting op het belang van oplegging van de juiste ordemaatregel gewezen. De beroepscommissie heeft een eerder beroep van
het hoofd van de inrichting gericht tegen een gegrondverklaring van een soortgelijk beklag van klager ongegrond verklaard.
De beroepscommissie is van oordeel dat het van groot belang is dat voor de tbs-gestelde duidelijk is welke beperking(en) aan hem is/zijn opgelegd en in welk kader dit geschiedt. Indien dit niet duidelijk is kan niet worden getoetst of de materiële
rechtspositie van klager wel of niet is geschonden. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard met
aanvulling van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester en mr. drs. R.H. Zuijderhoudt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 25 februari 2010.

secretaris voorzitter

Naar boven