nummer: 10/536/SGA
betreft: [klager] datum: 26 februari 2010
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van
de directeur van de gevangenis/ISD Zoetermeer, verder verzoeker te noemen.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 70, tweede lid, Pbw, van de tenuitvoerlegging van een uitspraak d.d. 16 februari 2010 van de beklagcommissie bij voormelde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager.
Het beklag betreft de afwijzing van een verzoek om incidenteel verlof voor het voeren van een intakegesprek bij “Huize Rijnaard” te Rijswijk.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard, de beslissing van de directeur vernietigd en beslist dat klager in de gelegenheid dient te worden gesteld tot het houden van een intakegesprek bij voormeld “Huize Rijnaard”. De beklagcommissie
heeft daarbij bepaald dat haar beslissing in de plaatst treedt van de vernietigde beslissing van de directeur.
De voorzitter heeft kennisgenomen van bedoelde uitspraak van de beklagcommissie en de onderliggende stukken, het tegen de onderhavige uitspraak ingediende beroepschrift, alsook van de schriftelijke reactie van klager op het schorsingsverzoek.
1. De standpunten van verzoeker en van klager
Verzoeker heeft – zakelijk weergegeven – het volgende naar voren gebracht. De motivatie voor de afwijzende beslissing is gelegen in enerzijds de slechte reputatie van “Huize Rijnaard” en anderzijds in het onbetrouwbare en wisselvalige gedrag van
klager.
Klager heeft tijdens zijn eerdere detenties steeds weer aangetoond gemaakte afspraken niet na te komen. Klager is thans gedetineerd in het kader van een ISD-maatregel. Klager heeft zich tijdens de tenuitvoerlegging van die maatregel steeds opnieuw
onvoldoende begeleidbaar opgesteld. Klager heeft thans op eigen initiatief contact gezocht met “Huize Rijnaard”. De directeur kan geen toestemming voor een intakegesprek aldaar verlenen omdat de betreffende organisatie omstreden is. De burgemeester van
Rijswijk heeft bij brief aan de Dienst Justitiële Inrichtingen laten weten dat genoemd huis geen toegelaten instelling is in het kader van de Wet Toelating Zorginstellingen. Daarnaast wordt aangegeven dat er regelmatig sprake is van strafbare feiten en
overlast rond genoemd huis, welke overlast wordt veroorzaakt door de bewoners. De inrichting heeft getracht met klager in gesprek te komen voor een mogelijkheid van opvang na detentie. Klager heeft aangegeven hieraan niet mee te willen werken. Klager
heeft op 17 februari 2010 contact gehad met “Werkplein Den Haag Sorghvliet Dak- en Thuislozen”. Hij kon via hen in een instelling voor maatschappelijke opvang worden opgenomen. Klager heeft dit afgewezen. Klager kon daarnaast het
woonbegeleidingsprogramma de “Remise” volgen. Klager heeft hierop niet gereageerd. De inrichting heeft zich volgens de directeur uitgebreid voldaan aan haar inspanningsverplichting jegens klager terwijl ook aan klager verweten kan worden dat er nog
geen
opvang is na detentie.
Klager heeft – zakelijk weergegeven – het volgende naar voren gebracht. Klager vraagt zich af waarom de inrichting zoveel moeite doet hem dwars te zitten. Klager heeft dit al eerder aangegeven. Feitelijk speelt dit al sinds januari 2004. Er wordt op
geen wijze medewerking aan hem verleend. De inrichting verwijt “Huize Rijnaard” van een aantal zaken. Klager is van mening dat de inrichting een en ander te zwart ziet. Klager heeft niet mee willen werken met het MMD omdat deze met voorstellen komen
voor begeleiding door het Leger des Heils of de Kessler-stichting. Klager wil met deze instanties niets te maken hebben omdat hij dan tussen drugs- en alcoholverslaafden komt te zitten. Klager wil dat niet, hij heeft al problemen genoeg. Klager heeft
in
de inrichting gemerkt dat gedetineerden die figuurlijk warme broodjes bakten, erg snel naar een vervolgtraject gingen. Klager is niet zo. Hij kan niet huichelen. Hij heeft in de afgelopen periode veel nuttige dingen voor zichzelf gedaan. Klager kan
zich
niet verenigen met het schorsingsverzoek van de directeur.
2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de beklagcommissie slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beroep is ingediend zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die
beslissing.
Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. De omstandigheid dat klager een intakegesprek wenst te voeren met betrekking tot zijn huisvesting na detentie, welke detentie op zeer korte termijn eindigt, dient in dit geval zwaarder te wegen
dan de door de directeur aangevoerde bezwaren in het kader van het ISD-traject. Wat er zij van de opstelling van klager tijdens het ISD-traject, indien op dit punt de directeur zou worden gevolgd, zou dit betekenen dat klager per 10 maart 2010
simpelweg
op straat zou komen te staan. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.
Aldus gegeven door mr. A.G. Coumans, voorzitter in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 26 februari 2010.
secretaris voorzitter