Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3423/GB, 19 februari 2010, beroep
Uitspraakdatum:19-02-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/3423/GB

Betreft: [klager] datum: 19 februari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 december 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis/ISD Zoetermeer ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 22 maart 2006 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) De Karelskamp te Almelo. Op 24 december 2009 is hij geplaatst in de gevangenis/ISD Zoetermeer, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
Op 25 januari 2010 is klager overgeplaatst naar de gevangenis Dordrecht.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager is geselecteerd voor de penitentiaire inrichting (p.i.) Zoetermeer, terwijl hij als voorkeur de p.i. Lelystad had opgegeven. Zijn bezoek moet uit Amsterdam komen.
Klager is er achter gekomen dat er in de p.i. Zoetermeer iemand werkt met wie hij eerder een aanvaring heeft gehad. Dat heeft hij doorgegeven aan het bureau selectie en detentiebegeleiding, maar dat interesseert ze niet. Klager kan de veiligheid van
deze medewerker niet garanderen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De keuze is op de p.i. Zoetermeer gevallen, omdat klager op de lijst Gedetineerden met vlucht- en maatschappelijk risico (GVM) is geplaatst. Gedetineerden die op die lijst worden geplaatst worden geselecteerd voor één van de tien inrichtingen die
daarvoor aangewezen zijn. De p.i. Zoetermeer is er daar één van. De door klager opgegeven voorkeuren, p.i. Lelystad en p.i. Alphen aan den Rijn, zijn dat niet.
Klager heeft het over een medewerker van de p.i. Zoetermeer met wie hij een aanvaring gehad zou hebben. Uit navraag is gebleken dat er niemand met die naam werkzaam is in de p.i. Zoetermeer. Mocht klager deze persoon toch tegenkomen mag van klager
verwacht worden dat hij zich normaal gedraagt en de veiligheid van deze persoon niet in gevaar brengt. De selectiefunctionaris adviseert ongegrondverklaring van het beroep.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis/ISD Zoetermeer is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De selectiebeslissing bevat de volgende motivering:
“Vanwege uw functioneren tot nu toe, waar veel op valt aan te merken, wordt u geplaatst in een Inrichting welke daartoe georganiseerd is!”
De bestreden beslissing bevat de volgende motivering:
“Vanwege uw functioneren in PI Karelskamp, waar veel op aan te merken valt, is ervoor gekozen u te selecteren voor plaatsing in PI Zoetermeer; een inrichting die qua structuur zo georganiseerd is dat u daar baat bij kunt hebben!”
In geen van beide beslissingen wordt op enigerlei wijze gewezen op het feit dat slechts een beperkt aantal inrichtingen, gelet op het feit dat klager op de GVM-lijst is geplaatst, geschikt is om klager op te nemen. Klager kan met risicoprofiel
‘verhoogd’ volgens de circulaire Beleid gedetineerden met vlucht-/maatschappelijk risico in alle inrichtingen met een beveiligingsniveau III, zoals vermeld in de GVM-circulaire, geplaatst worden.
Thans verblijft klager, die nog steeds op de GVM-lijst staat, in de p.i. Dordrecht, welke inrichting niet is vermeld in de GVM-circulaire en naar moet worden aangenomen niet het beveiligingsniveau III heeft.
Gelet op hetgeen is vastgesteld moet worden geoordeeld dat de bestreden beslissing onvoldoende is gemotiveerd. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met
inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 19 februari 2010

secretaris voorzitter

Naar boven