Nummer: 09/3460/GB
Betreft: [klager] datum: 15 februari 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 26 november 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 6 februari 2009 gedetineerd. Hij verblijft in de locatie Westlinge in een inrichting met een regime van algehele gemeenschap met een normaal beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten
van de inrichting.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Op 4 december 2009 heeft klager zijn straf voor het nieuwe strafbare feit uitgezeten. Klager heeft al meerdere malen een gesprek gehad met iemand van De Waag. Er zijn dus wel degelijk interventies geweest die risicoverlagend werken.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Van 21 december 2007 tot 6 februari 2009 heeft klager zich onttrokken aan detentie. Klager is op 6 februari 2009 ingesloten vanwege het plegen van een nieuw strafbaar feit. Klager heeft zijn vriendin zwaar mishandeld. Klager heeft recidive op het
gebied
van geweldsdelicten. Aan klager is een proeftijd opgelegd met de bijzondere voorwaarde dat hij zich zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen van de Verslavingszorg, ook als dat inhoudt dat hij een verslavingsbehandeling dient te ondergaan.
Het Openbaar Ministerie en de inrichting hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen plaatsing in een b.b.i. De politie heeft negatief geadviseerd vanwege de diverse door klager gepleegde geweldsdelicten. Uit het selectieadvies van de inrichting van
30 oktober 2009 blijkt dat klager een intakegesprek heeft gehad bij De Waag. De inrichting is van mening dat klager zodra hij in de b.b.i. is geplaatst kan starten met de geïndiceerde interventies.
De motivering waarom daar in een b.b.i. zonder regimesbegonden verlof niet mee gestart kan worden ontbreekt.
De selectieadviseur acht het onverantwoord, nu er reclasseringstoezicht gedurende drie jaar en een verplichte behandeling bij De Waag is opgelegd, om klager thans, zonder het plegen van interventies, te selecteren voor een inrichting met regimaire
verlofmogelijkheden. Mocht de behandeling van De Waag zijn gestart, dan dient duidelijk te worden aangegeven wat daarvan de invloed is ten aanzien van de recidive van geweldsdelicten.
Gezien de onttrekking aan detentie, het plegen van een nieuw strafbaar feit, de grote kans op recidive en het feit dat interventies met betrekking tot het verlagen van de recidive nog niet zijn gestart is er geen vertrouwen in een goed verloop van het
verlof.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.2. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Van 21 december 2007 tot 6 februari 2009 heeft klager zich onttrokken aan detentie. Klager is op 6 februari 2009 ingesloten vanwege het plegen van een nieuw strafbaar feit. Klager heeft recidive op het gebied van geweldsdelicten. Mede gelet hierop kan
het oordeel van de selectiefunctionaris dat er in klagers geval geen sprake is van een “beperkt vlucht- en maatschappelijk risico” niet onbegrijpelijk worden geacht.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 15 februari 2010.
secretaris voorzitter