nummer: 09/2984/GA
betreft: [klager] datum: 11 februari 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 19 oktober 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij het huis van bewaring (h.v.b.) Roermond,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormeld h.v.b. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de afwijzing van een verzoek tot deelname aan het Ouder Kind Detentieproject (OKD project).
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep - voor zover hier van belang - als volgt toegelicht.
Klager is, in tegenstelling tot hetgeen zijn ex-vrouw beweert, een lieve, toegewijde vader. Hij is ervan overtuigd dat zijn kinderen van hem houden en hem nodig hebben. Hij is er zeker van dat hij dit kan bewijzen.
Klager verzoekt om zijn kinderen het recht contact te hebben met en hun liefde te tonen aan beide ouders niet te ontnemen.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Klager heeft een verzoek ingediend om deel te mogen nemen aan het OKD project. De directeur heeft dat verzoek per brief van 29 juli 2009 afgewezen. Het betreft hier een door de directeur genomen beslissing, welke op grond van artikel 60 Pbw
beklagwaardig is. Klager is derhalve ontvankelijk in zijn beklag.
De beroepscommissie zal het beklag om proces-economische redenen zelf afdoen.
Eén van de voorwaarden voor deelname aan het OKD project is dat de moeder of verzorger van het kind/de kinderen akkoord gaat met deelname. In dit geval heeft de moeder van de kinderen van klager aangegeven bezwaar te hebben tegen de deelname.
De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat de directeur een juiste beslissing heeft genomen. Het beklag zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. P.C. Vegter en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 11 februari 2010
secretaris voorzitter