Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3300/GA, 11 februari 2010, beroep
Uitspraakdatum:11-02-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/3300/GA

betreft: [klager] datum: 11 februari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 november 2009 van de beklagcommissie bij de locatie De Kruisberg Doetinchem

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 januari 2010, gehouden in p.i. De Berg te Arnhem, is klager gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. T.C. Hennephof.
De directeur van de locatie De Kruisberg heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering toestemming te verlenen voor het bekijken van een dvd van de plechtigheid van de crematie van klagers partner.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Van de uitvaart van klagers partner is in opdracht van klager een opname gemaakt. De dvd ligt opgeslagen bij het Bad. Klager vindt het
onredelijk dat hij de dvd niet mag bekijken. Klager wil een begin maken met het verwerken van het verlies van zijn vriend. Klagers familie en de nabestaanden van klagers partner delen zijn mening. De Officier van Justitie heeft schriftelijk aangegeven
geen enkel bezwaar te hebben tegen het tonen van de beelden aan klager. Ook de humaniste met wie klager wekelijks in de inrichting een gesprek heeft, ondersteunt klagers verzoek de beelden te bekijken. Aan klager is nimmer persoonlijk uitgelegd waarom
hem het tonen van de beelden wordt geweigerd. De raadsvrouw van klager heeft begrepen dat de directeur bezwaren heeft voor het geval de familie later spijt zou krijgen. De directeur wil kennelijk voor de familie beslissen. Klager zit niet in
beperkingen. Het verzoek van klager betreft een zo uitzonderlijke situatie dat een uitzondering zou moeten worden gemaakt op het invoerverbod van dvd-spelers. Klagers strafzaak wordt binnenkort inhoudelijk behandeld.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Van de uitvaartplechtigheid van klagers partner is een dvd gemaakt. In het verweerschrift van 21 oktober 2009 van de directeur voor de beklagcommissie komt naar voren dat klager ervan wordt verdacht zijn partner te hebben gedood. Het verzoek van klager
de dvd te bezichtigen, is door de directeur afgewezen op grond van het negatieve advies van de recherche en het feit dat nog geen vonnis is gewezen in de strafzaak. Door klager is echter onbestreden aangevoerd dat zijn familie, de familie van zijn
partner, de Officier van Justitie en de humaniste verbonden aan de inrichting geen bezwaar hebben tegen het door klager bekijken van de dvd. Door de directeur zijn geen overwegende bezwaren naar voren gebracht, die het bezichtigen van de dvd anderszins
in de weg staan, waarbij nog wordt overwogen dat de bezwaren die de recherche zou hebben geuit in het geheel niet zijn geconcretiseerd. Tegen deze achtergrond is de beroepscommissie van oordeel dat, gelet op de evidente belangen van klager bij het – in
het kader van het rouwproces – kunnen zien van de beelden van de uitvaart, de door de directeur aangevoerde argumenten de bestreden beslissing niet kunnen dragen.

Gelet op het vorenstaande dient de beslissing van de directeur bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk te worden aangemerkt. Het beroep is derhalve gegrond en de uitspraak van de beklagcommissie dient te worden
vernietigd. Het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie zal met toepassing van artikel 71, derde lid jo. artikel 68, derde lid, onder b, van de Pbw doen wat de beklagcommissie had behoren te doen. Zij zal bepalen dat klager
binnen drie weken na ontvangst van deze uitspraak alsnog onder de door de directeur te stellen voorwaarden in de gelegenheid moet worden gesteld de dvd te bekijken.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en bepaalt dat haar uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde beslissing in die zin dat klager binnen drie weken na ontvangst van deze uitspraak alsnog in de gelegenheid wordt gesteld, onder de
door de directeur te stellen voorwaarden, de dvd te bekijken.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.G. Coumans en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 11 februari 2010

secretaris voorzitter

Naar boven