Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3069/GB, 5 februari 2010, beroep
Uitspraakdatum:05-02-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/3069/GB

Betreft: [klager] datum: 5 februari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. van Weers, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 oktober 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman mr. J. van Weers, op 25 januari 2010 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis voor mannen Zwolle ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 20 december 2007 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie Westlinge,
waar een regime van algehele gemeenschap geldt en een beperkt beveiligingsniveau. Op 16 september 2009 is hij overgeplaatst naar de gevangenis voor mannen Zwolle, waar een regime van algehele gemeenschap geldt en een normaal beveiligingsniveau.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Toen klager vernam dat zijn moeder ernstig ziek was en hij wilde afreizen naar Zuid-Frankrijk om haar te bezoeken, heeft hij direct contact opgenomen met de inrichting. Op de heenreis
heeft klager gesproken met zijn coach [...]. Aan klager is niet medegedeeld dat er bezwaren waren tegen de reis. Klager wist niet dat het reizen naar het buitenland verboden is. Op de terugreis heeft klager 17 maal contact opgenomen met de inrichting.
Door tegenslagen op de terugweg is klager niet op tijd in de inrichting teruggekeerd.

Aan klager is aanvankelijk medegedeeld, dat in verband met de te late terugkomst in de inrichting bij wijze van disciplinaire straf het eerstvolgende verlof zou worden ingetrokken. Zijn verbazing was echter groot toen hij later ook de beslissing
ontving
van zijn terugplaatsing naar een gesloten inrichting. Klager heeft er alles aan gedaan om op tijd uit Frankrijk terug te keren. Hij wist niet dat het afreizen naar het buitenland niet was toegestaan. Op de verlofpas staat dat niet aangegeven. De
kabelkrant waarnaar wordt verwezen, werkte niet. Klager vraagt zich af wat hij anders had kunnen ondernemen. Er was sprake van een overmachtsituatie. Door de overplaatsing is klager alles kwijtgeraakt en heeft hij veel schade geleden. De moeder van
klager is inmiddels op 16 december 2009 overleden. Klager heeft de begrafenis niet kunnen bijwonen.

Klager vindt het frappant dat de directeur aanvankelijk rapporteert dat hij klager geen verwijt maakt wat betreft zijn reis naar het buitenland, maar in het selectieadvies hierop terugkomt. Ook bevreemdt het klager dat de directeur voor de
beklagcommissie twijfelt aan de juistheid van klagers stelling dat hij zich op maandag 24 augustus 2009 om 18.30 uur bij de inrichting heeft gemeld. Klager heeft zich wel op dat moment bij de inrichting gemeld. Klager verwijst naar de procedure zoals
door de directeur voor de beklagcommissie uitgelegd. Gedetineerden die zich na 17.00 uur in de inrichting melden, worden in afzondering geplaatst. Klager is echter niet in afzondering geplaatst maar weggestuurd. Klager moest zich 13 en een half uur
later melden. De selectiefunctionaris gaat in zijn verweerschrift niet in op de procedure en vermeldt enkel dat alleen in uiterste noodsituaties een gedetineerde wordt toegelaten tot de inrichting. Klager verwijst naar de uitspraak van de
beklagcommissie van 5 januari 2010 waarin het vorenvermelde is te lezen.
Een kopie van de uitspraak is door klager tijdens het horen door een lid van de Raad overgelegd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is geselecteerd voor de gevangenis Lelystad omdat hij tijdens zijn regimair verlof van 22 augustus 2009 naar het buitenland is afgereisd en 20 en een half uur te
laat is teruggekeerd in de inrichting. Deze beslissing is herzien en klager is op 15 september 2009 geselecteerd voor de gevangenis voor mannen Zwolle. Het hiertegen ingediende bezwaarschrift van 16 september 2009 is gegrond verklaard. Op 17 september
2009 is een nieuwe gemotiveerde beslissing voor selectie voor de gevangenis voor mannen Zwolle afgegeven.
Het zonder toestemming verlaten van het Nederlands grondgebied wordt gezien als een zware overtreding van artikel 5, eerste lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling). Klager heeft geen verzoek om strafonderbreking
ingediend. In de verlofpas wordt voor de regels die gelden tijdens het verlof verwezen naar voornoemde Regeling. De huisregels liggen ter inzage op het paviljoen waar klager heeft verbleven, alsmede in de bibliotheek. In de kabelkrant wordt hiernaar
verwezen. Klager verblijft vanaf 9 april 2009 in de in de inrichting en heeft zich vanaf die periode op de hoogte kunnen stellen
In de locatie Westlinge geldt vanaf 17.00 uur de nachtdienstregeling. Dit betekent dat de toegangs- en celdeuren alleen in geval van uiterste nood geopend mogen worden, na raadpleging van het directielid dat piketdienst heeft. Klager heeft de tijd
gehad
om zich van deze regeling op de hoogte te stellen.
De selectiefunctionaris ziet in dat de situatie voor het gezin van klager zwaar en schrijnend is. Het vertrouwen in het omgaan met vrijheden is echter geschaad. In een later stadium kan klager in aanmerking komen voor vrijheden en/of een penitentiair
programma.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis voor mannen Zwolle is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klagers in beroep naar voren gebrachte grief
dat
hij niet had kunnen weten dat een reis naar het buitenland tijdens een verlof verboden was, gaat niet op. Artikel 5, eerste lid, van de Regeling bepaalt dat een verblijf in het buitenland alleen is toegestaan na verlening van toestemming door de
minister van Justitie en aan een gedetineerde aan wie strafonderbreking is verleend. Vast is komen te staan dat aan geen van beide voorwaarden is voldaan. Deze regelgeving is op de juiste wijze behoorlijk bekendgemaakt en is overeenkomstig artikel 56,
eerste lid, van de Pbw voor gedetineerden in de inrichting op verschillende wijzen te raadplegen. Overigens wordt ook in de verlofpas verwezen naar de Regeling. In de tweede plaats wordt in beroep aan de orde gesteld dat klager niet 20 en een half uur
te laat in de inrichting is teruggekeerd. Klager heeft over dit onderwerp een beklag ingediend waarop door de beklagcommissie op 5 januari 2010 is beslist, tegen welke beslissing hoger beroep is ingesteld. Het beroep is derhalve ongegrond.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 5 februari 2010

secretaris voorzitter

Naar boven