Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0570/SGA, 6 maart 2010, schorsing
Uitspraakdatum:06-03-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: [09/570/SGA]

Betreft: [klager] datum: 6 maart 2009

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de gevangenis Veenhuizen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde gevangenis van 2 maart 2009, inhoudende de verlenging van een eerder, op 23 februari 2009,
opgelegde ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel. De verlenging van de ordemaatregel is ingegaan op 2 maart 2009 om 12.30 uur en eindigt op 16 maart 2009 om 12.30 uur, wegens het weigeren mee te werken aan een opdracht om in
een meerpersoonscel te verblijven.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift d.d. 3 maart 2009 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 6 maart 2009.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft aangevoerd dat de directeur hem in een meerpersoonscel wil plaatsen met een medegedetineerde, waarmee verzoeker absoluut niet overweg kan. Verzoeker kreeg de gelegenheid om vrijwillig mee te werken aan een afzonderingsplaatsing. Hij
heeft, omdat hij het hem aangeboden formulier niet begreep, geweigerd een verklaring te ondertekenen. Vervolgens werd aan verzoeker door de directeur een ordemaatregel van plaatsing in afzondering voor de duur van een week opgelegd. Op 2 maart 2009
kwam
een personeelslid verzoeker vertellen dat hij terug mocht naar de reguliere verblijfsafdeling. Verzoeker gaf toen aan niet in een meerpersoonscel en zeker niet met die betreffende medegedetineerde geplaatst te willen worden. Naar aanleiding daarvan
heeft de directeur de ordemaatregel verlengd met veertien dagen. Die verlenging geschiedde overigens pas nadat de ordemaatregel voorbij was. Verzoeker is van mening dat hij niet verplicht mag worden te verblijven in een verblijfsruimte met een persoon
die hij niet kent. Klager is van mening dat de directeur, door klager te laten kiezen tussen een afzonderingsmaatregel of verblijf in de hiervoor genoemde meerpersoonscel, onrechtmatig dwingt tot het maken van die keuze.

De directeur heeft onder meer het volgende naar voren gebracht. Verzoeker is van mening dat hij ten onrechte in een meerpersoonscel wordt geplaatst. Hij wil van de medische dienst een contra-indicatie krijgen voor een dergelijke plaatsing. De medische
dienst heeft aangegeven dat er bij verzoeker geen sprake is van een dergelijke contra-indicatie. Op 23 februari 2008 weigerde verzoeker nog langer in een meerpersoonscel te verblijven. Hierbij heeft hij zelf om plaatsing in afzondering in een
afzonderingscel verzocht. Dit verzoek werd door de directeur op zich redelijk geacht en aan verzoeker is daarop, ter formalisering, een formulier aangeboden ter ondertekening. Verzoeker weigerde dat formulier te ondertekenen. Hierop is hem verzocht
terug te keren naar de reguliere verblijfsruimte. Verzoeker heeft dat geweigerd. Op grond van die weigering heeft de directeur verzoeker een ordemaatregel van zeven dagen plaatsing in afzondering in een afzonderingscel opgelegd. Op 2 maart 2009 is
verzoeker opnieuw aangezegd terug te keren naar de reguliere verblijfsafdeling. Verzoeker verklaarde toen nog steeds niet terug te willen keren. Gelet daarop bestond de noodzaak voor voortduring van de ordemaatregel nog onverkort en is de maatregel met
twee weken verlengd. De beslissing om de ordemaatregel te verlengen is tijdig aan verzoeker uitgereikt. De uitreiking van de schriftelijke mededeling geschiedde op de dag dat de verlenging al was ingegaan. Dit is volgens de directeur wettelijk
toegestaan. De directeur is voort van mening dat aan alle overige vereisten voor een verlenging van de ordemaatregel is voldaan.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt vast dat de directeur tot oplegging van de onderhavige ordemaatregel en tot de verlenging van de geldigheidsduur van die ordemaatregel heeft besloten, omdat verzoeker heeft geweigerd de opdracht op te volgen om mee te werken aan de
plaatsing in een meerpersoonscel.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter levert een dergelijke weigering strafwaardig gedrag als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Pbw. De directeur had daarom - zoals de beroepscommissie in soortgelijke zaken heeft overwogen - in het
onderhavige geval geen ordemaatregel op moeten leggen maar een disciplinaire straf. Dat maakt dat de tenuitvoerlegging van de ordemaatregel, nu voor de oplegging daarvan geen grond bestond, voor schorsing in aanmerking komt. Het verzoek zal daarom
worden toegewezen.

De voorzitter merkt daarbij nog op dat de directeur, indien klager volhardt in zijn weigering om de opdracht om mee te werken aan zijn plaatsing in een meerpersoonscel, aan verzoeker terzake van die weigering alsnog een disciplinaire straf op kan
leggen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur van 2 maart 2009, inhoudende de verlenging van de geldigheidsduur van de eerder opgelegde ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel, met onmiddellijke
ingang.

Aldus gegeven door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 6 maart 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven