Nummer: 09/3310/GB
Betreft: [klager] datum: 27 januari 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 19 november 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Alphen aan den Rijn afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 30 januari 2007 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis Veenhuizen.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft de selectiefunctionaris verzocht om hem over te plaatsen naar de penitentiaire inrichting te Alphen aan den Rijn in verband met zijn bezoek. Klager is veroordeeld tot een lange gevangenisstraf en contact met de buitenwereld is erg
belangrijk. Klager verblijft sinds medio 2009 in Veenhuizen en hij heeft verandering nodig.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 jaar en hij is op 1 juli 2008 tegen dit vonnis in beroep gegaan. De fictieve einddatum is gesteld op 27 september 2017. Voorts is klager op 3 maart 2009 tot ongewenst vreemdeling
verklaard.
Conform de regelgeving zijn er inrichtingen aangewezen voor strafrechtelijke vreemdelingen die na de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf geen rechtmatig verblijf hebben in Nederland. Voor een strafrestant korter dan vier maanden is het
detentiecentrum te Alphen aan de Rijn aangewezen. De gevangenis Veenhuizen is aangewezen voor ongewenste vreemdelingen met een strafrestant van meer dan vier maanden. De selectiefunctionaris acht geen zwaarwegende belangen aanwezig om van het
plaatsingsbeleid af te wijken.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Veenhuizen is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Dit is tevens een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, als bedoeld in art. 20b, tweede lid
aanhef en onder b, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden. Klager voldoet, nu hij in eerste aanleg tot een vrijheidsstraf is veroordeeld, aan de vereisten voor plaatsing in een voorziening voor strafrechtelijk
gedetineerde vreemdelingen.
4.2. Klager wil in verband met het ontvangen van bezoek in de gevangenis te Alphen aan den Rijn worden geplaatst. Klager is in eerste aanleg tot een gevangenisstraf van 16 jaar veroordeeld en hij is tot ongewenst vreemdeling verklaard. Voor deze
gedetineerden is de gevangenis Veenhuizen bestemd. Bij aanwezigheid van bijzondere omstandigheden kan op dit plaatsingsbeleid een uitzondering worden gemaakt. Van dergelijke omstandigheden is niet gebleken. Uit de stukken blijkt dat klager bezoek
ontvangt in Veenhuizen.
De directeur van de gevangenis Veenhuizen heeft in zijn selectieadvies van 16 november 2009 negatief geadviseerd op klagers verzoek tot overplaatsing.
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P. C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 27 januari 2010.
secretaris voorzitter