Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3600/GV, 25 januari 2010, beroep
Uitspraakdatum:25-01-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/3600/GV

betreft: [klager] datum: 25 januari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 december 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager is op 12 november 2009 in Unit 3 gevangenis (het Penitentiair Psychiatrisch Centrum) te Den Haag geplaatst met de bedoeling te resocialiseren. Klager is verteld twee maanden in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum te moeten verblijven en
daarna
naar een beperkt beveiligde inrichting te mogen. Hiervoor moet hij wel eerst op verlof zijn geweest. De politie, de officier van justitie en de inrichting hebben een positief advies afgegeven. Sinds klager geen 21 uur per dag of cel hoeft te verblijven
gaat het goed met hem. Klager is het er niet mee eens dat hij een stappenverlof moet nemen.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar. Klagers v.i.-datum valt op 9 juli 2010. Klagers detentie kenmerkt zich als problematisch. Klager heeft sinds oktober 2007 in zowel beheers- als zorgregimes verbleven. Gedurende de laatste drie
maanden is er een stijgende lijn waar te nemen. Klager is in november 2009 overgeplaatst naar de afdeling begeleiding en motivatie. Tijdens klagers detentie is zijn psychische conditie zichtbaar achteruit gegaan. Het is niet helder of detentie de
oorzaak hiervan is of dat klager een niet onderkend probleem heeft. Klager is gebaat bij structuur. Hij kan nog wel grenzeloos zijn, maar is te corrigeren. De directeur van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum adviseert positief ten aanzien van een
te
verlenen verlof van 53 uur. Klagers spanningsniveau is duidelijk gereduceerd. Zijn symptomen zijn in remissie. Het OM adviseert positief mits het een verkort verlof betreft zodat klager geleidelijk aan de terugkeer in de maatschappij kan wennen. De
Staatssecretaris vindt een te verlenen verlof een te grote stap vanwege de lange periode dat het niet goed is gegaan met klager en de korte periode dat het beter met hem gaat. In een nieuwe verlofaanvraag zal een gericht verlofplan moeten worden
opgenomen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
Het OM heeft aangegeven akkoord te zijn mits het een verkort verlof betreft, om zo geleidelijk aan de terugkeer in de maatschappij te wennen.
De politie heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen verlofverlening.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 10 jaar met aftrek, wegens het plegen van moord en overtreding van de Opiumwet. Aansluitend dient hij een gevangenisstraf te ondergaan van 30 dagen. De einddatum valt op of omstreeks 9 juli 2010.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal 3 verlofaanvragen indienen.

De beroepscommissie overweegt dat bij de beslissing op een verzoek om verlof een afweging dient te worden gemaakt tussen enerzijds het belang van de gedetineerde bij een goede en tijdige voorbereiding van zijn terugkeer in de maatschappij en anderzijds
het belang van de samenleving bij een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde straf. Nu uit het advies van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum volgt dat klagers gedrag de laatste drie maanden is verbeterd, het OM positief adviseert en klager
nog maar korte tijd in detentie zal verblijven, heeft de Staatssecretaris het persoonlijke belang van klager - bij een goede voorbereiding van zijn terugkeer in de samenleving - onvoldoende zwaar laten wegen. Tegen deze achtergrond is de
beroepscommissie van oordeel dat de afwijzende beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk of onbillijk moet worden aangemerkt. De beroepscommissie merkt op dat ook niet duidelijk is op welke
weigeringsgrond de Staatssecretaris zich beroept. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. De Staatssecretaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak en binnen een termijn van twee weken na deze
uitspraak. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 25 januari 2010

secretaris voorzitter

Naar boven