nummer: 09/3604/GV
betreft: [klager] datum: 18 januari 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 21 december 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager begrijpt niet dat zijn verzoek om incidenteel verlof is afgewezen, terwijl hem eerder is medegedeeld dat hij in januari 2010 zijn oma mocht bezoeken. Klager wil zijn oma zien voordat zij dood gaat.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager heeft een omgekeerd bezoek aangevraagd aan zijn grootmoeder, die ziek is en niet bij hem op bezoek kan komen. De afdeling BIMA heeft een positief advies uitgebracht,
maar
kijkt alleen naar de medische kant van de zaak. De inrichting heeft positief geadviseerd en aangegeven dat het bezoek onder begeleiding van DV&O dient plaats te vinden. Op grond van artikel 25 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting
(hierna: de Regeling) kan alleen een omgekeerd bezoek worden gebracht aan de levenspartner, kind en ouder. De grootmoeder wordt niet genoemd. Dit impliceert dat het verzoek moet worden afgewezen. De inrichting dient zich te realiseren dat klager op
deze
manier op het verkeerde been wordt gezet.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Sittard heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. De medisch adviseur van het ministerie van Justitie (afdeling BIMA) adviseert op basis van medische informatie positief.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 10 jaar met aftrek, wegens overtreding van de Opiumwet. Aansluitend dient hij eventueel 63 dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan. De
einddatum
van zijn detentie is op of omstreeks 6 augustus 2014.
Op grond van artikel 25 van de Regeling kan verlof worden verleend voor een bezoek aan een niet tot reizen in staat zijnde levenspartner, kind en ouder, indien deze wegens medische of psychische belemmeringen niet in staat is de inrichting te bezoeken
en de gedetineerde gedurende drie maanden niet heeft kunnen ontmoeten. Klager heeft incidenteel verlof aangevraagd om zijn grootmoeder voor haar dood te bezoeken. De Medisch Adviseur van het ministerie van Justitie heeft aangegeven dat de grootmoeder
vanwege nekklachten niet in staat is om langdurig te reizen. Nu het geen bezoek betreft van de levenspartner, kind of ouder van klager, biedt artikel 25 geen grondslag voor het toekennen van incidenteel verlof.
Op grond van artikel 23 van de Regeling kan incidenteel verlof worden verleend voor een bezoek aan een in levensgevaar of ernstige psychische nood verkerende levenspartner, kind, ouder, broer, zuster, grootouder of schoonouder van de gedetineerde.
Gesteld noch gebleken is dat een dergelijke situatie zich thans voordoet. Gelet op het vorenstaande kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het
beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard. Indien klagers grootmoeder in levensgevaar komt te verkeren, kan klager op grond van voornoemd artikel 23 van de Regeling incidenteel verlof aanvragen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 18 januari 2010
secretaris voorzitter