Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2792/GM, 14 januari 2010, beroep
Uitspraakdatum:14-01-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2792/GM

betreft: [klager] datum: 14 januari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Lelystad,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 2 oktober 2009 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 december 2009 gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en zijn raadsvrouw mr. N. Swart.

De inrichtingsarts verbonden aan de locatie Lelystad heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur betreft het niet (tijdig) verstrekken van Ventolin.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Door en namens klager is de klacht als volgt toegelicht.
Bij zijn overplaatsing van Vught naar Lelystad had klager maar vijf pufjes bij zich. Hij heeft dit bij binnenkomst in Lelystad direct aangegeven en verzocht om hem Ventolin voor te schrijven. Hij heeft van 3 tot en met 8 juli 2009 geen Ventolin gehad
en
het in het weekend fors benauwd gehad.
Hij neemt zeven à acht pufjes per dag. Als het regent, neemt hij meer.
Gewoonlijk worden hem 100 stuks voorgeschreven.
Klager rookt niet echt veel, ongeveer vijf sjekkies per dag. Zijn astma wordt niet veroorzaakt door roken, maar door weersomstandigheden.
Klager heeft de bijsluiter van Ventolin gelezen. Hij heeft geen gesprek gehad over het te frequent gebruiken van Ventolin.

Namens de inrichtingsarts is het volgende standpunt ingenomen.
Bij binnenkomst in de inrichting is klagers medicijngebruik genoteerd en zijn er recepten voorgeschreven. Ventolin bleek niet aanwezig bij de apotheeklevering van vrijdag. Klager heeft dit op 7 juli 2009 aangegeven en er is toen direct contact gelegd
met de apotheek. Het recept bleek bij de apotheek niet bekend. Dit is fout gegaan. Er is sprake geweest van miscommunicatie tussen de medische dienst en de apotheek.
Klager had op vrijdag kunnen aangeven dat zijn medicatie er niet was. De verpleegkundige zou dan met de apotheek hebben kunnen bellen om dit alsnog te laten leveren.
Klager heeft aangegeven dat hij op 5 juli 2009 een verzoekbriefje heeft ingevuld en dat hij niet de volgende dag is opgeroepen. Dit is wel op 7 juli 2009 gebeurd.
Klager is een niet benauwde man die per dag een pakje shag rookt. Klager is astmapatiënt, maar valt niet in de categorie ‘zwaar’.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat klager aan astma lijdt en dat aan hem Ventolin is voorgeschreven in een onderhoudsdosering. Door klager is gesteld dat hij bij binnenkomst in de inrichting op 2 juli 2009 nog maar vijf pufjes had en dat hij dit direct
bij de medische dienst heeft gemeld.
Door klager is gesteld dat hem in de periode van 3 tot en met 8 juli 2009 geen Ventolin is verstrekt. Dit is door of namens de inrichtingsarts niet weersproken.
De beroepscommissie is van oordeel dat het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien in strijd is met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. De beroepscommissie zal voor het door klager
ondervonden ongemak een tegemoetkoming toekennen van € 25,=.
Overigens maakt de beroepscommissie uit de stukken op dat aan klager een te hoge dosering Ventolin wordt verstrekt en doet zij de aanbeveling om de behandeling opnieuw in te stellen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de locatie Lelystad toekomende tegemoetkoming op € 25,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. J.G.J. de Boer en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 januari 2010

secretaris voorzitter

Naar boven