Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2823/GM, 14 januari 2010, beroep
Uitspraakdatum:14-01-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2823/GM

betreft: [klager] datum: 14 januari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichtingen Rijnmond (p.i.) te Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 30 september 2009 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 december 2009, gehouden in de p.i. Amsterdam, is gehoord klager.

De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Rijnmond is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur, houdt in dat klager geen specialistische behandeling wordt geboden.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht.
Klager heeft een ongeluk gehad in 2008 en daaraan een scheef bekken overgehouden. Hij kan zijn benen niet gebruiken. Hij was doorverwezen naar de revalidatiearts en die heeft hem een revalidatieprogramma van vier dagen per week buiten de inrichting in
het orthopedisch centrum Amsterdam voorgeschreven. De medische dienst wist dit maar heeft er niets aan gedaan. Ook een programma van tweemaal per week wordt niet toegestaan omdat klager er niet van op de hoogte mag zijn wanneer transport naar het
ziekenhuis plaatsvindt. Klager zit nu al zes maanden op cel. Hij kan niet meer zonder krukken lopen en heel slecht trappen lopen.
Er stond een ziekenhuisbezoek gepland, maar dat is misgegaan omdat klager die dag bezoek kreeg.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
Klager is verwezen naar de neuroloog en naar de revalidatiearts. Hij is op 11 augustus 2009 gezien door de neuroloog en onder behandeling van de fysiotherapeut. Er was geen indicatie voor opname in het penitentiair ziekenhuis.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat klager ter zitting van de beroepscommissie heeft aangevoerd dat zijn klacht zou inhouden dat hij niet in staat wordt gesteld om deel te nemen aan een revalidatietraject bij het orthopedisch centrum Amsterdam. Nu klager
dit niet heeft aangegeven in zijn verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur, valt dit buiten de omvang van de klacht en kan klager niet in dit onderdeel worden ontvangen.
Voor het overige overweegt de beroepscommissie dat uit de stukken, en met name klagers medische gegevens, volgt dat voor klager een afspraak is gemaakt voor een colonscopie en dat hij is doorverwezen naar de neuroloog. Er werd geen indicatie aanwezig
geacht voor opname in het penitentiair ziekenhuis.
De beroepscommissie is, gelet op het bovenstaande, van oordeel dat het handelen door en namens de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep voor zover dit de weigering om klager te laten deelnemen aan een revalidatietraject buiten de inrichting betreft en verklaart het beroep voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. J.G.J. de Boer en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 januari 2010

secretaris voorzitter

Naar boven