nummer: 09/3068/TA
betreft: [klager] datum: 12 januari 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 30 oktober 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij de FPK Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 15 december 2009, gehouden in de penitentiaire inrichting Amsterdam, zijn namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...] en [...] gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord. Klagers raadsman mr. D.W.H.M. Wolters heeft zich in de onderhavige zaak als advocaat van klager moeten terugtrekken,
omdat de Raad voor de Rechtsbijstand geen toevoeging heeft afgegeven.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft
a) het niet zelf brieven ter post mogen bezorgen;
b) het niet mogen deelnemen aan de Staatsloterij.
De beklagrechter heeft het beklag op onderdeel a) ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in onderdeel b) van het beklag, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten
Klager heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a) Klager weet dat zijn post ter post bezorgd wordt als hij zijn post aan personeel afgeeft. De omstandigheid dat klager niet zelf post in de brievenbus mocht doen, had te maken met de maatregel van toezicht op de post in verband met klagers wens deel
te nemen aan de Staatsloterij.
b) Voorheen heeft het toenmalige hoofd behandeling van klager deelname aan de Staatloterij toegestaan. De reden daarvan kan niet achterhaald worden. Diens opvolger merkte dat er gegokt werd en heeft dat overeenkomstig het in de huisregels opgenomen
gokverbod niet langer toegestaan. Klager is fluride psychotisch en zijn financiële situatie is niet altijd inzichtelijk. Het gokverbod geldt echter algemeen in de inrichting.
3. De beoordeling
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist.
Met betrekking tot onderdeel a) van het beklag is daarbij in aanmerking genomen dat het niet onredelijk of onbillijk is te achten dat klager niet zelf zijn post in de brievenbus mocht deponeren, nu dit samenhangt met de op grond van het algemeen in de
inrichting geldende gokverbod.
Met betrekking tot onderdeel b) van het beklag is daarbij nog in aanmerking genomen dat tegen het in de huisregels opgenomen en algemeen in de inrichting geldende gokverbod geen beklag openstaat. Niet is gebleken dat de bedoelde huisregel in strijd is
met hogere regelgeving.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met verbetering van de gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. E.J. Hofstee, voorzitter, mr. drs. T.A.M. Louwe en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 12 januari 2010
secretaris voorzitter