Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3303/SGA, 27 november 2009, schorsing
Uitspraakdatum:27-11-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/3303/SGA

Betreft: [klager] datum: 27 november 2009

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. A.N. Slijters, namens

[...], verder verzoeker te noemen, momenteel verblijvende in de landelijke afzonderingsafdeling (laa) te Vught.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissingen van de directeur van de verslaafdenbegeleidingsafdeling Demersluis te Amsterdam d.d. 20 november 2009, inhoudende
1) de oplegging van een ordemaatregel van afzondering in een afzonderingscel, voor de duur van veertien dagen, ingaande op 20 november 2009 om 00.00 uur en eindigende op 4 december 2009 om 00.00 uur, welke ordemaatregel bovendien
2) ten uitvoer zal worden gelegd op de laa te Vught.
Deze beslissingen zijn genomen op voordracht van de Officier van Justitie te Breda.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift d.d. 26 november 2009 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 27 november 2009.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Namens verzoeker is aangevoerd dat de beslissing van de directeur onvoldoende is onderbouwd nu niet blijkt of de informatie waar onderzoek naar wordt gedaan op (gedrag van) verzoeker ziet en evenmin duidelijk is of verzoeker voor zijn eigen of
andermans
veiligheid moet worden afgezonderd. Bij gebreke van een nadere toelichting moet worden geoordeeld dat de beslissing tot afzondering onredelijk en onvoldoende gemotiveerd is.

De directeur heeft onder meer het volgende naar voren gebracht. De plaatsing heeft plaatsgevonden op grond van dringend advies van de Officier van Justitie te Breda. Reden voor deze overplaatsing is dat er actuele informatie was binnengekomen, over de
herkomst waarvan wegens zwaarwegende belangen geen nadere informatie kan worden verstrekt, dat er een bedreiging tegen het leven van verzoeker was geuit.
Aan dit dringend advies van de Officier van Justitie is voldaan.

2. De beoordeling
In de schriftelijke mededeling staat dat de volgende ordemaatregel is opgelegd: “plaatsing in afzondering (artikel 24, lid 1 PBW) voor de duur van 14 dagen”
Bij de overwegingen staat niet meer dan: “Op voordracht van de officier van Justitie die nader onderzoek doet naar belastende en vertrouwelijke informatie heb ik u gedurende het onderzoek in afzondering geplaatst”.

Op grond van artikel 24, eerste lid, Pbw is de directeur bevoegd een gedetineerde in afzondering te plaatsen op de gronden genoemd in artikel 23, eerste lid, Pbw. De beslissing vermeldt niet welke grond ten aanzien van verzoeker aan de orde is.
De in de Pbw bij de directeur neergelegde beslissingsbevoegdheid verplicht de directeur tot het maken van een eigen belangenafweging. Daarvan is in dit geval niet gebleken. Het is de voorzitter in dit verband onduidelijk waar de bedreiging jegens
verzoeker vandaan komt en of niet met minder zwaarwegende maatregelen kan worden volstaan ten uitvoer te leggen in de inrichting van verblijf.
Gelet daarop zal de voorzitter de beslissing van het schorsingsverzoek, in afwachting van een nadere motivering op de beslissing van de directeur, aanhouden tot 1 december 2009.

3. De uitspraak
De voorzitter houdt de beslissing van het schorsingsverzoek aan tot het moment dat de directeur een nadere motivering op de beslissing heeft gegeven, doch uiterlijk tot 1 december 2009.

aldus gegeven door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 27 november 2009

secretaris voorzitter

Naar boven