Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3223/GV, 16 december 2009, beroep
Uitspraakdatum:16-12-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/3223/GV

betreft: [klager] datum: 16 december 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 november 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft om begeleid verlof gevraagd en niet om incidenteel verlof. Misschien is op basis van verkeerde informatie een negatief advies gegeven. Het gaat niet alleen om verlof om zijn dochters in te
lichten. Dit kan hij ook vanuit de penitentiaire inrichting doen.
Het gaat om problemen van psychische en lichamelijke aard, waar zij mee kampen. Zij lijden heel erg door klagers lange afwezigheid. Dit blijkt ook uit brieven van leerkrachten.
Een van zijn dochters heeft een tijd een verlamd gezicht gehad. De schoolprestaties zijn dramatisch naar beneden gegaan. Dit alles heeft verandering in hun leven gebracht en stress te weeg gebracht. Klager is bang dat dit later een grote negatieve
invloed op hun leven zal hebben. Klager wil hen vertrouwen en steun kunnen geven op het moment dat zij horen in welke situatie hun vader zit. Dit lijkt beter om in een veilige thuissituatie te doen.
De helft van zijn straf zit er reeds op.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Volgens de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, hierna de Regeling, wordt begeleid verlof alleen verleend als incidenteel verlof. Uit de inrichtingsrapportage blijkt dat klager incidenteel verlof wenst omdat zijn dochters in te lichten over
zijn situatie. Kennelijk heeft klager tot nu toe nagelaten om een en ander aan hen duidelijk te maken. Incidenteel verlof is hier niet het middel voor. Zijn dochters kunnen naar de inrichting komen en daar het verhaal aanhoren. Waar dit ook gebeurt,
het
zal ongetwijfeld een schok voor hen zijn. Uit niets is gebleken dat zijn dochters niet in staat zijn om naar de inrichting te komen.
De Regeling geeft de mogelijkheid om een gedetineerde in geval van levensgevaar of ernstige psychische nood incidenteel verlof te verlenen. Klager noemt allerlei zaken die volgens hem het gevolg van zijn detentie zijn zoals slechte schoolprestaties en
verlammingsverschijnselen.

In de bij de stukken gevoegde inrichtingsrapportage heeft de directeur van de locatie Zoetermeer geen advies uitgebracht terzake van de verlofaanvraag.
Het openbaar ministerie heeft aangegeven akkoord te gaan met incidenteel verlof onder begeleiding.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 77 maanden met aftrek, wegens opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 van de Opiumwet gegeven verbod. De datum van invrijheidstelling is bepaald op of omstreeks 4 april 2012.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers verzoek om (begeleid) incidenteel verlof.

Artikel 21, eerste lid, van de Regeling bepaalt dat incidenteel verlof kan worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is.

Uit artikel 25, eerste lid, van de Regeling volgt dat incidenteel verlof kan worden verleend voor een bezoek aan een niet tot reizen in staat zijnd kind indien dit kind wegens medische of psychische belemmeringen niet in staat is de inrichting te
bezoeken en de gedetineerde gedurende drie maanden niet heeft kunnen ontmoeten.

Uit artikel 25, tweede lid, van de Regeling volgt dat incidenteel verlof voor een bezoek aan een kind jonger dan twaalf jaar daarnaast kan worden verleend indien redenen van sociaal-psychologische aard zich tegen een bezoek van het kind aan de
inrichting verzetten.

Klager heeft aangegeven dat hij begeleid verlof wenst om thuis aan zijn dochters zijn detentiesituatie uit te leggen en om aan zijn dochters, die problemen van psychische en lichamelijk aard hebben, vertrouwen en steun te kunnen geven op het moment dat
zij horen in welke situatie hun vader zit.

De beroepscommissie overweegt dat, hoewel het ongetwijfeld moeilijk zal zijn voor de kinderen van klager om hun vader in de inrichting te bezoeken, een begeleid verlof van klager aan zijn dochters thuis daarmee nog niet noodzakelijk is.

Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 december 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven