Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2445/GA, 14 december 2009, beroep
Uitspraakdatum:14-12-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2445/GA

betreft: [klager] datum: 14 december 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 augustus 2009 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) Alphen a/d Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormeld h.v.b. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in een afzonderingscel voor de duur van maximaal veertien dagen, wegens observatie en agressieregulatieproblematiek, welke na één dag is opgeheven.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Ten tijde van klagers uitbarsting voelde hij zich heel erg opgefokt en gefrustreerd. Sinds zijn overplaatsing naar het h.v.b. gaat het alleen maar slechter, klager voelt zich gediscrimineerd.
Klager heeft met de psychiater, bewakers en medische dienst gepraat, maar hij wordt niet gehoord en er wordt niet diep gezocht naar wat voor ziekte hij misschien kan hebben. Door alle emoties heeft klager toen een pot pindakaas tegen de celdeur
gegooid.

De bewaker die kwam controleren zei dat klager zich geen zorgen hoefde te maken dat hij in afzondering geplaatst zou worden. Dit is echter toch gebeurd. Daarbij werd klager bovendien gevisiteerd. Klager wordt op meerdere momenten gedurende zijn
verblijf
in het h.v.b. niet normaal behandeld. Tot slot heeft klager ook nog een schaderapport ontvangen wegens vernieling.
Klager heeft - niet voor de eerste keer - het gevoel dat hij bij de beklagcommissie als klager in het nadeel is.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Op 10 augustus 2009 heeft de voorzitter van de beklagcommissie in deze zaak mondeling mededeling van de uitspraak gedaan. Op diezelfde dag is onder meer aan klager een afschrift van de zogenoemde “Aantekening mondelinge uitspraak” verstrekt. Op dat
afschrift staat ook vermeld binnen welke termijn (zeven dagen) en hoe (naam en adres van de beroepsinstantie) klager beroep moet instellen.
Klagers ongedateerde beroepschrift is eerst op 27 augustus 2009 door de maandcommissaris aangetroffen in de brievenbus van de maandcommissaris van de commissie van toezicht. Op grond van het vorenstaande moet de conclusie luiden dat klager niet volgens
de wettelijke voorschriften beroep heeft ingesteld, hetgeen leidt tot na te melden uitspraak.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 14 december 2009

secretaris voorzitter

Naar boven