Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3170/GV, 15 december 2009, beroep
Uitspraakdatum:15-12-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/3170/GV

betreft: [klager] datum: 15 december 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 5 november 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klager strafonderbreking verleend voor een kortere duur dan waarom hij had verzocht.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft drie dagen strafonderbreking gekregen, terwijl hij om vier weken strafonderbreking had gevraagd. Inhoudelijk wordt verwezen naar het verzoek om strafonderbreking en de bijlagen daarbij.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager wil strafonderbreking voor een periode van vier weken om bij de geboorte van zijn eerste kind aanwezig te zijn. Bij de geboorte zouden complicaties kunnen optreden. In een eerder stadium heeft klager reeds vijftien dagen schorsing van de
preventieve hechtenis gehad in verband met een onderzoek naar het ongeboren kind. Klager zelf heeft niet aangegeven waarom hij vier weken strafonderbreking vraagt. Zijn partner heeft aangegeven dat zij en klager steun bij elkaar kunnen zoeken bij
eventuele complicaties. Omdat klager medisch gezien geen rol kan spelen bij eventuele complicaties en zijn partner terug kan vallen op familieleden is toestemming gegeven voor strafonderbreking voor de duur van drie dagen. Verwezen wordt naar artikel
36
van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling). Strafonderbreking kan verleend worden om de bevalling bij te wonen. Indien er ernstige complicaties plaatsvinden, dan kan strafonderbreking verlengd worden. Klager heeft
meerdere malen gedetineerd gezeten. Het feit dat klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf maakt dat hij geen normale vrijheden heeft. Een detentiesituatie brengt consequenties met zich mee die op sommige momenten, hoe begrijpelijk ook, erg
vervelend zijn en slecht uitkomen.

3. De beoordeling
Klager ondergaat thans een gevangenisstraf van vier maanden met aftrek, wegens diefstal. Aansluitend dient hij nog een gevangenisstraf te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 22 september 2010.

Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Regeling kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof. Op grond van artikel 36 van de
Regeling kan strafonderbreking worden verleend voor verzorging van een ernstig zieke levenspartner, kind of ouder, voor het bijwonen van de bevalling van de levenspartner en voor de gevallen bedoeld in de artikelen 23 en 24. Het bepaalde in artikel 22,
eerste en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Klager verzoekt om een langere strafonderbreking om bij de bevalling van zijn partner te zijn en om aanwezig te kunnen zijn bij eventuele complicaties daarbij. De verleende strafonderbreking van drie dagen teneinde bij de bevalling aanwezig te zijn
acht
de beroepscommissie niet onredelijk of onbillijk. Hierbij is in aanmerking genomen dat van overige dringende redenen niet is gebleken. Ook is niet voldoende aangetoond dat klagers persoonlijke aanwezigheid noodzakelijk is gedurende vier weken. Het
beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 15 december 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven