nummer: 09/2432/GM
betreft: [klager] datum: 11 december 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de stadsgevangenis Rotterdam te Hoogvliet,
alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 26 augustus 2009 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.
Ter zitting van de beroepscommissie van 29 oktober 2009, gehouden in de p.i. Amsterdam, zijn afzonderlijk gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. de Reus, en namens de inrichtingsarts, [...], hoofd medische dienst.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 23 juni 2009, betreft een gebrekkige medicatieverstrekking.
2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Door en namens klager is de klacht als volgt toegelicht. Tijdens klagers verblijf in de strafcel zijn aan hem verkeerde medicijnen verstrekt. Klager kreeg een blauwe pil, een natuurproduct zo bleek later. De inrichtingsarts weigert aan klager valium te
verstrekken. Klager gebruikt Ritalin. Klager is op 19 juni 2009 gezien door de psychiater, die hem andere medicatie heeft voorgeschreven. Aan klager is niet op tijd Ritalin verstrekt. De apotheek levert tweewekelijks. De medische dienst heeft altijd
een
voorraad. Op het zakje stond 11.00 uur, maar klager kreeg de medicijnen om 12.00 uur.
De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Klager heeft zijn medicatie voorgeschreven gekregen in samenspraak met de psychiater. Er is geen sprake van het verstrekken van verkeerde medicatie. De afdeling is op de hoogte van de tijden
waarop de medicijnen verstrekt worden. Gezien de hoeveelheid medicamenten die moeten worden verstrekt op de afdelingen, kan het voorkomen dat de medicatie wat later bij de gedetineerde komt. De p.i.w.-ers spannen zich in om het op de afgesproken tijden
te verstrekken. De voorgeschreven Ritalin is afgesproken op 8.00, 11.00, 14.00 en 16.00 uur. Dit zijn afwijkende tijden. Helaas kan de apotheker slechts twee afwijkende tijden verwerken in het systeem en hij heeft verzuimd de medische dienst hierover
in
te lichten. Het hoofd medische dienst heeft contact opgenomen met de apotheek. In het vervolg zal de apotheek melding maken wanneer er niet aan de afgesproken tijden van de medicatie kan worden voldaan. De medische dienst heeft aangegeven dat
correcties
anders maar handmatig moeten worden gedaan. De medische dienst zit niet meer tussen de aflevering van de medicijnen door de apotheker en de uitreiking aan de gedetineerde. Aan klager is amitriptyline voorgeschreven. Dit zal voortkomen uit de overdracht
van de vorige inrichting.
3. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat de verantwoordelijkheid van de medische dienst mede omvat de medicatieverstrekkingen door de apotheek in de inrichting. Immers het is de medische dienst die de bestellingen plaatst met als gevolg dat deze dienst
ook de controle dient te houden over een juiste uitlevering van de medicatie. Hieromtrent is vast komen te staan dat de afwijkende uitreiktijden van klagers medicijnen niet allemaal verwerkt konden worden in het systeem van de apotheker. Weliswaar
heeft
de medische dienst hierop gereageerd door contact op te nemen met de apotheker, maar dit is op een laat moment gebeurd. Het beroep dient in zoverre gegrond te worden verklaard. Wat betreft de medicatie is onvoldoende komen vast te staan dat aan klager
verkeerde medicatie is verstrekt. Aan de kleur van de medicatie, klager heeft het over een blauwe pil, kan niet worden afgeleid welk medicijn aan klager is verstrekt. Alhoewel onduidelijk is waarom aan klager amitriptyline is voorgeschreven, is de
verklaring van de inrichtingsarts dat dit voortkomt uit de overdracht van de vorige inrichting niet onlogisch. Dit onderdeel van de klacht zal derhalve ongegrond worden verklaard. Voor het gegrond verklaarde deel van de klacht zal de beroepscommissie
aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 25,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond wat betreft de uitreiktijden van de medicatie en ongegrond wat betreft de verstrekking van verkeerde medicatie.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de stadgevangenis Rotterdam toekomende tegemoetkoming op € 25,-.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. L.E.M. Kleipool en dr. ing. C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 11 december 2009
secretaris voorzitter