Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2430/GM, 11 december 2009, beroep
Uitspraakdatum:11-12-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2430/GM

betreft: [klager] datum: 11 december 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) De Boschpoort te Breda,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 27 augustus 2009 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 oktober 2009, gehouden in de p.i. Amsterdam, is klager gehoord. De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. De Boschpoort is zonder bericht van verhindering niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 16 juli 2009, betreft de fouten van de medische dienst ten aanzien van medicatieverstrekking.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Door de medische dienst worden veel administratieve fouten gemaakt. Klager heeft verzocht om rustgevende medicatie omdat hij zich steeds onrustiger voelde worden. De oorzaak hiervoor ligt in de fouten die
in de inrichting worden gemaakt en het feit dat klager met pedofielen moest werken. De inrichtingsarts heeft de psychiater niet direct ingelicht, maar verwezen naar een psycholoog. Klager wordt op 13 juli 2009 door een psychiater gezien, die klager
medicatie voorschrijft. Klager schrijft een verzoekbriefje waar de medicatie blijft. Het blijkt dat de gegevens in het verkeerde dossier zaten. Een andere gedetineerde met dezelfde naam heeft klagers medicatie geslikt. Pas op 20 juli 2009 ontvangt
klager voor de eerste maal medicatie. De daaropvolgende dag echter weer niet, omdat de dossiers weer verwisseld zijn. Sinds 22 juli 2009 verloopt de medicatieverstrekking goed, zij het dat klager op 24 en 25 juli 2009 de medicatie van de betreffende
andere gedetineerde is aangeboden. Het medisch dossier klopt niet. Klager woont niet in Geldrop.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. De inrichtingsarts kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor administratieve fouten en naamsverwisselingen. Klager is vanuit het politieburo zonder psychofarma binnengekomen in de
inrichting met wat opgefokt gedrag. Er was toen geen acuut psychiatrisch beeld in de zin van alcoholontrekkingsdelier of zware angst- of depressie. Aan de somatische klachten van klager is volle aandacht besteed. Op 6 juli 2009 heeft klager verzocht om
rustgevende medicatie. Klager is verwezen naar de inrichtingspsycholoog en is aansluitend in het PMO besproken. Daarna is een consult gevolgd met de psychiater. Vanaf dat moment is gestart met Mirtazepine. Klager is wegens agressie teruggeplaatst naar
een reguliere afdeling.

3. De beoordeling
Ter zitting van de beroepscommissie heeft klager gesteld dat de voor hem bedoelde medicatie gedurende enige tijd is verstrekt aan een medegedetineerde met dezelfde achternaam als klager. De betreffende medegedetineerde heeft volgens klager de
medicamenten ook daadwerkelijk ingenomen. Ten aanzien van de verstrekking van medicatie is uiterste zorgvuldigheid vereist. Dit geldt ook voor de dossiervorming. Klager stelt onbestreden dat de informatie in het medisch dossier niet klopt en geeft als
voorbeeld het feit dat zijn woonplaats niet [...] is. Aldus is voldoende aannemelijk dat het niet verstrekken van de voorgeschreven medicatie aan klager haar oorzaak vindt in een ongelukkige dossiervorming. Voor het vorenstaande moet de medische dienst
dan ook verantwoordelijk worden gehouden. De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm.
Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht een tegemoetkoming aangewezen en stelt deze vast op € 25,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de p.i. De Boschpoort toekomende tegemoetkoming op € 25,-.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. L.E.M. Kleipool en dr. ing. C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 11 december 2009

secretaris voorzitter

Naar boven