Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1892/GM, 11 december 2009, beroep
Uitspraakdatum:11-12-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1892/GM

betreft: [klager] datum: 11 december 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) De Dordtse Poorten te Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 17 juni 2009 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Klager en de inrichtingsarts zijn uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 29 oktober 2009, gehouden in de p.i. Amsterdam te worden gehoord. Klager en de inrichtingsarts hebben bericht niet te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 31 maart en 6 mei 2009, betreft:
a. het door de verpleegkundige niet rechtstreeks overhandigen van sprekersbriefjes aan de psycholoog;
b. de plaatsing van klager in een meerpersoonscel ondanks zijn psychische problemen.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft het volgende aangevoerd. De verpleegkundige heeft klagers sprekersbriefje waarin hij verzoekt om een gesprek met de psycholoog niet direct aan hem overhandigd, maar in zijn postvakje neergelegd. Klager is het er niet mee eens dat hij is
goedgekeurd voor een plaatsing in een meerpersoonscel. Klager is volgens psychiater [...] absoluut niet geschikt om in een meerpersoonscel te worden geplaatst.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Het handelen van de verpleegde betreft feitelijk handelen waartegen geen beklag openstaat. Klager was overigens al uitgebreid bekend bij de verschillende disciplines. Op de dag dat klager de
verpleegkundige sprak en het sprekersbriefje schreef zou klager in het PMO besproken worden. Het handelen van de verpleegkundige is dus niet verkeerd geweest. In het PMO is besloten klager in een meerpersoonscel te plaatsen.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klager om de behandeling van het beroep aan te houden af.

a.
Klager klaagt erover dat de verpleegkundige zijn verzoek om de inrichtingspsycholoog te spreken niet direct aan hem heeft doorgegeven en het sprekersbriefje in het postvakje van de psycholoog heeft gelegd. Uit het medisch dossier zijn geen feiten te
lezen op grond waarvan een spoedverwijzing naar de psycholoog noodzakelijk zou zijn. Hiervoor bestaat temeer geen aanleiding aangezien klager volgens de medische dienst nog diezelfde dag in het PMO zou worden besproken. Het beroep is derhalve
ongegrond.

b.
Uit de stukken, waaronder het medisch dossier, komt naar voren dat klagers plaatsing in een meerpersoonscel op 24 maart 2009 in het PMO is besproken. Klager werd geschikt geacht voor plaatsing. De beroepscommissie is van oordeel dat het handelen van de
inrichtingsarts in deze niet als onzorgvuldig kan worden gekenschetst. De omstandigheid dat klager het oordeel van de medische dienst niet onderschrijft, betekent nog niet dat dit oordeel als onzorgvuldig moet worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve
ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. L.E.M. Kleipool en dr. ing. C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 11 december 2009

secretaris voorzitter

Naar boven