Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2790/GB, 8 december 2009, beroep
Uitspraakdatum:08-12-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/2790/GB

Betreft: [klager] datum: 8 december 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 september 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in het huis van bewaring (h.v.b.) van unit 3 te Den Haag ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 21 april 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de Individuele Begeleidingsafdeling (i.b.a.) Noordsingel te Rotterdam. Op 11 september 2009 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. van unit 3 Den Haag.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager stelt dat de selectiefunctionaris zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrifte. Hij stelt dat de selectiefunctionaris allerlei zaken heeft verzonnen. Klager kan wel degelijk functioneren op een reguliere afdeling. Klager stelt dat de
selectiefunctionaris in concrete taal moet omschrijven wat de problemen zijn die klager zou hebben met medegedetineerden. Klager stelt samen met medegedetineerden in de i.b.a. Noordsingel, het Pieter Baan Centrum te Utrecht en in het h.v.b. van unit 3
Den Haag opgeknapt te zijn. Deze medegedetineerden knapten sneller op dan dat zij uit een psychose of vanuit schizofrenie zouden kunnen opknappen. Dat betekent volgens klager dat zij helemaal geen schizofrenen waren. Klager stelt geen schizofreen te
zijn. Dit is hem in 2006 door artsen medegedeeld. Klager stelt ook onschuldig in detentie te verblijven. Klager heeft al maanden geen hulp meer nodig gehad bij de persoonlijke verzorging en het schoonhouden van zijn cel. Ook stelt hij in de i.b.a.
Noordsingel zijn kleding niet te kunnen wassen wegens de afwezigheid van een wasmachine en droger op de afdeling waar hij verbleef.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager verbleef op de i.b.a. Noordsingel toen hij in het Pieter Baan Centrum werd geplaatst. Het verzoek van de inrichting was om klager na ommekomst van het verblijf in het Pieter Baan Centrum niet terug te plaatsen in de Noordsingel maar in het PPC
Den Haag. De i.b.a. Noordsingel ging ook sluiten. Klager is van mening dat hij geen zorg behoeft. Klager wenst met rust gelaten te worden. Klager zegt geen zorgmijder te zijn. De arts zou klager verteld hebben dat hij geen medische zorg behoeft. Echter
is er in de praktijk gebleken dat klager niet kan functioneren op een reguliere afdeling. De bestreden beslissing is gebaseerd op informatie uit het selectieadvies van de i.b.a. Noordsingel.

4. De beoordeling
4.1. In de selectiebeslissing van 4 september 2009 staat dat klager is geselecteerd voor “Den Haag PCS Unit 3 (De Sprang en PPC) HvB/Gev IBA man”.

4.2. Klager is feitelijk geplaatst op de afdeling A1. Deze afdeling heeft de bestemming h.v.b. en gevangenis voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 15 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de
Regeling).

4.3. Op grond van artikel 15 van de Regeling kunnen in de Individuele Begeleidingsafdelingen gedetineerden worden geplaatst die vanwege een psychiatrische stoornis, een persoonlijkheidsstoornis dan wel psychosociale problematiek extra begeleiding
behoeven en zich niet kunnen handhaven in een reguliere inrichting of afdeling.

4.4. Nu uit het selectieadvies van de i.b.a. Noordsingel blijkt dat klager minder goed functioneert op een reguliere afdeling temidden van personeel en medebewoners, kan bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, de op de onder 3.2
genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 8 december 2009

secretaris voorzitter

Naar boven