Nummer: 09/2808/GB
Betreft: [klager] datum: 8 december 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 2 oktober 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring (h.v.b.) in de omgeving Utrecht afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 7 september 2009 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. Zoetermeer.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Voor klagers bezoekers bedraagt de reistijd wanneer zij reizen met openbaar vervoer geen 45 minuten. Klagers bezoek komt op vrijdag om 8 uur ’s ochtends. Zijn bezoekers zijn niet in staat de reis te bekostigen. Ook zijn zij niet in staat op dit
tijdstip
op bezoek te komen. Klagers schoolgaande kinderen kunnen hem op dit tijdstip niet bezoeken.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft aangevoerd dat de reisafstand voor zijn bezoek bezwaarlijk is vanwege de reiskosten. De selectiefunctionaris vindt de reisafstand tussen Zoetermeer en Utrecht redelijk. Problemen met betrekking tot het bezoek zijn inherent aan de detentie.
Uit de bezoekersregistratiekaart blijkt dat klager tijdens zijn verblijf in Zoetermeer wekelijks bezoek ontvangt, voornamelijk uit Utrecht. Uitsluitend het gegeven dat het voor zijn bezoekers gemakkelijker is om hem in de omgeving van Utrecht te komen
bezoeken, is geen reden om klager over te plaatsen.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Slechts in bijzondere gevallen
wordt een uitzondering gemaakt. Er dient dan sprake te zijn van een voldoende sociale en/of medische indicatie, onderbouwd door verklaringen van een deskundige. Nu klager is ingesloten voor het parket ’s-Gravenhage en het onvoldoende aannemelijk heeft
gemaakt dat het onmogelijk is voor zijn bezoekers om naar hem af te reizen, kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk
worden aangemerkt. Overigens blijkt uit de door de selectiefunctionaris overgelegde stukken dat klager niet verstoken is van bezoek. Gelet op het vorenstaande zal het beroep ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 8 december 2009
secretaris voorzitter