Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2588/GB, 8 december 2009, beroep
Uitspraakdatum:08-12-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/2588/GB

Betreft: [klager] datum: 8 december 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. O. Bolluyt, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 5 augustus 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is op 27 november 2009 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Lelystad ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is op 15 februari 2008 gedetineerd. Sinds 8 april 2009 verblijft hij in een
penitentiair programma met electronisch toezicht. Op 13 juli 2009 is klager geselecteerd voor de gevangenis Lelystad, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Aan de totstandkoming en motivering van de bestreden beslissing kleven gebreken. Klager is in strijd met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet gehoord. De beslissing is summier
gemotiveerd en klager en zijn raadsman zijn niet op de juiste wijze op de hoogte gebracht van de beslissing op het bezwaarschrift. Klager was om 16.00 uur klaar met zijn werk bij de voetbalvereniging en ging naar het strand om met de waterscooter te
varen. Hierbij is de enkelband losgeraakt. Om 16.30 uur is klager thuis aangekomen en heeft hij geprobeerd het bandje weer om te doen. Dat is niet gelukt. Hij heeft toen een stomme beslissing genomen dit niet te melden. Hij is om 17.15 uur weggegaan
zonder het enkelbandje en was om 20.15 uur weer thuis. Ondertussen was er een controle thuis, waarbij hij dus niet aanwezig was.
Klager wil het niet goedpraten, maar hij vindt wel dat hij zwaar wordt gestraft. In de inrichting heeft hij enkel positieve rapportages. Klager dacht dat over de strafoplegging wel te praten was. Een plaatsing in een z.b.b.i. had hij redelijker
gevonden. Klager vindt dat hij vantevoren moet worden gehoord. De directeur heeft echter direct een beslissing genomen en klager voorgedragen voor overplaatsing. Klager heeft wel zijn verhaal kunnen doen bij zijn begeleider.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager heeft zijn begeleider niet op de hoogte gesteld dat zijn enkelbandje tijdens zijn werk afgeschoten is. In plaats daarvan is klager gaan zwemmen en barbecueën.
Klager is langer dan twee uur buiten bereik geweest, waardoor hij de voorwaarden van electronisch toezicht willens en wetens heeft overtreden. Klager is vooraf op de hoogte gesteld hoe in dit soort situaties te handelen en, als hij dat nalaat, wat dan
de consequenties zijn. Klager heeft zijn zienswijze duidelijk kunnen maken in een gesprek met de directie van de locatie De Berg. Klager is niet gehoord voordat de beslissing is genomen. Het is aan de selectiefunctionaris te bepalen of klager zijn
bezwaar schriftelijk of mondeling mag toelichten. Van klager is niet een verzoek om zijn bezwaar toe te lichten, ontvangen. Er is geen sprake van strijd met artikel 7:2 Awb. De beslissing van 13 juli 2009 is summier gemotiveerd. In de beslissing van 5
augustus 2009 op het bezwaarschrift wordt de selectiebeslissing wel nader onderbouwd en gemotiveerd. In verband met het ontbreken van een aantekening van uitreiking, kan niet worden achterhaald wanneer de beslissing op het bezwaarschrift aan klager en
zijn advocaat is uitgereikt. Artikel 7:12, tweede lid, van de Awb zou hierdoor wel eens in het geding kunnen zijn.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Lelystad is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die is veroordeeld kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Door klager is aangevoerd dat de bestreden beslissing in strijd met de bepalingen in de Awb over de hoorplicht en de bekendmaking van besluiten tot stand is gekomen. Op grond van artikel 1:6, onder a, van de Awb zijn de betreffende bepalingen
uit de Awb niet van toepassing op de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen. Op grond van artikel 17, derde lid, van de Pbw kan de selectiefunctionaris ervan afzien klager in de gelegenheid te stellen zijn bezwaar schriftelijk of mondeling
toe te lichten, indien hij het bezwaar aanstonds ongegrond acht. Op grond van het vierde lid van dit artikel dient de beslissing op het bezwaarschrift met redenen omkleed te zijn. De beroepscommissie is van oordeel dat aan de bestreden beslissing geen
formeel gebrek kleeft. Klager heeft zijn zienswijze over het incident met het enkelbandje kenbaar kunnen maken bij zijn begeleider en de directie van de locatie De Berg.

4.4. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat klager
niet
heeft gemeld dat zijn enkelbandje was losgeraakt. Klager was bij een daaropvolgende controle thuis niet aanwezig. Het beroep is derhalve ongegrond.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 8 december 2009

secretaris voorzitter

Naar boven